De stikstof in Pokon komt voor als ammoniumionen (NH4+) en nitraationen (NO3-).
Bepaling van de hoeveelheid ammoniumionen kan op verschillende manieren geschieden:
A) door een zuur-base titratie
B) door een jodometrische titratie
Bepaling van zowel het ammonium- als het nitraatgehalte kan geschieden
C) door een zuur-base titratie na reductie van nitraat.
Zuur-base titratie
Ammoniumverbindingen worden in basisch milieu omgezet in ammoniak. Bij verwarmen van de verkregen oplossing ontwijkt ammoniak, die dan opgevangen wordt in een erlenmeyer met een bekende hoeveelheid zoutzuur (overmaat).
De overblijvende hoeveelheid zuur is te bepalen door titratie met natronloog. Deze methode is door het overdestilleren van de ammoniak nogal tijdrovend; er zijn twee lesuren voor nodig.
Jodometrische titratie
Ammoniak kan in basisch milieu (pH ~8,2) door hypobromiet geoxideerd worden volgens:
2 NH3(aq) + 3 OBr-(aq) → N2(g) + 3 Br-(aq)+ 3 H2O (l)
Het hypobromiet kan bereid worden door een overmaat hypochloriet toe te voegen aan kaliumbromide
OCl-(aq) + Br-(aq) → OBr-(aq) + Cl-(aq)
De resterende hoeveelheid hypochloriet en hypobromiet worden dan in zuur milieu met kaliumjodide omgezet in jood.
De hoeveelheid jood wordt vervolgens door titratie met thio bepaald.
De bepaling kan ook direct met hypochloriet uitgevoerd worden; de uitkomsten zijn dan minder nauwkeurig omdat er dan chloor ontwijkt bij het toevoegen van het zuur.
Als de hypochlorietoplossing en de natriumthiosulfaatoplossing van te voren worden gemaakt zijn, kan de bepaling in één lesuur uitgevoerd worden.
Zuur-basetitratie na reductie van nitraat.
Nitraatoplossingen kunnen in een sterk basische oplossing door aluminium gereduceerd worden tot ammoniak.
3 NO3-(aq) + 8 Al(s) + 5 OH-(aq) + 2 H2O(l) → 8 AlO2-(aq) + 3 NH3(aq)
De totale hoeveelheid ammoniak (van NH4+- en van NO3- -ionen) kan dan weer bepaald worden. Totale tijd hiervoor drie lesuren.