Inleiding

Wasmiddelen bevatten vaak polyfosfaten.
Deze stoffen duiden we ook wel aan met namen als ‘antikalk’ of ‘waterverzachter’.
Ze dienen om waseigenschappen te verbeteren.

 

 Structuurfomule van oligofosfaat (een anion van lineair polyfosfaat).

 

Het meest voorkomende polyfosfaat is natriumtrifosfaat Na5P3O10.
Deze verbinding kan water ontharden, omdat het met Ca2+-ionen en met Mg2+-ionen stabiele oplosbare complexen vormt.
Ook bevordert polyfosfaat micelvorming en houdt het vet in geëmulgeerde toestand.

 

Om het gehalte van fosfaat in een wasmiddel te kunnen bepalen is het van belang om te weten dat we trifosfaationen door protolyse kunnen omzetten in orthofosfaationen;

P3O105- (aq)+ 2 H2O (l)  → 2 HPO42-(aq) + H2PO4-(aq)

H2PO4(aq) +   H2O (l)  → H3O+(aq)      + HPO42-(aq)

HPO42- (aq) +   H2O (l) → H3O+(aq)      + PO43-(aq)

Deze fosfaationen vormen met een oplossing van natrium- of ammoniummolybdaat een oplosbaar complex, dat bij reductie met hydrazinesulfaat, tin(II)chloride of ascorbinezuur overgaat in een ander oplosbaar complex met een blauwe kleur.
De samenstelling van dit complex is niet volledig bekend, waarschijnlijk wordt molybdeen gedeeltelijk gereduceerd, waarbij het oxidatiegetal van + 6 verandert in + 5.

 

De intensiteit van de blauwe kleur is afhankelijk van de fosfaationenconcentratie.
Door vergelijking van de kleur van een ‘onbekende’ oplossing met de kleur van een reeks standaardoplossingen kunnen we de fosfaationenconcentratie bepalen.
Dit kunnen we zowel visueel als met een spectrofotometer uitvoeren.
Op deze wijze kunnen we het totale ‘fosfaatgehalte’ in wasmiddelen meten.