Opdracht 1:
Docent bekijkt het journaal wat hij heeft uitgekozen. De ingevulde schema's bespreekt hij klassikaal.
Omdat de docent een recente aflevering kiest, is het niet mogelijk om hier de antwoorden van te geven.
Opdracht 2:
1. Sinds wanneer wordt de televisie als massamedium gebruikt?
Vanaf 1951 zetten de radio-omroepen vanuit Bussum het televisie-experiment voort. Met volle steunvan Philips werden nu uitzendingen verzorgd voor het dichtbevolkte westen van het land.?Vanaf 1970 had elk gezin een zwart-wit televisie.
2. Welke Nederlandse tv-netten vormen het publieke omroepbestel?
Nederland 1
Nederland 2
Nederland 3
3. Noteer zeven omroeporganisaties die hun programma uitzenden op het publieke net.
NCRV
KRO
VARA
VPRO
BNN
AVRO
TROS
EO
4. Noteer de betekenis van de afkortingen die je bij vraag 3 gevonden hebt.
NCRV - Nederlandse Christelijk RadioVereniging
KRO - Katholieke Radio Omroep
VARA - Vereniging Van Arbeiders-Radio-Amateurs
VRPO - Vrijzinnig-Protestantse Radio-Omroep
BNN - Barts Neverending Network - Afkomstig van de CNN, waarbij de C vervangen is door B -> Bart de Graaf (oprichter)
AVRO - Algemene Vereniging Radio-Omroep
TROS - Televisie-en Radio-omroepstichting
EO - Evangelische Omroep
5. Hoe financieren de omroepen de productie van de progamma's?
De omroepen worden gedeeltelijk gefinancierd door de overheid en door reclame-inkomsten
6. Noteer drie Nederlandse commerciƫle zenders.
SBS6
Net5
RTL4, RTL5, RTL7, RTL8
TMF
MTV
7. Hoe komen deze zenders aan hun geld???
Reclame-inkomsten