Met enkelvoudige ionen

 

De rol van elektronegativiteit

Het feit dat calciumchloride - zoals elke stof - elektrisch neutraal is bepaalt de aantalverhouding tussen deze ionsoorten. Dus moeten op elk Ca2+-ion twee Cl- -ionen aanwezig zijn. De (verhoudings)formule van calciumchloride is Ca2+(Cl-)2 of CaCl2.

Niet alle atoomsoorten kunnen zomaar elektronen opnemen of afstaan. Metaalatomen vormen vrij gemakkelijk positieve ionen en atomen van niet-metalen vormen in de regel negatieve ionen. De verklaring is dat metaalatomen vrij makkelijk elektronen uit de buitenste schil kunnen afgeven en ze daardoor positief worden (voor elk afgegeven elektron krijgt het atoom één + lading). Niet-metaalatomen nemen vrij makkelijk elektronen op (voor elk elektron dat een niet-metaalatoom opneemt krijgt het één - lading).

Omdat de massa van een elektron verwaarloosbaar is, is de massa van een ion (ionmassa) gelijk aan de massa van het atoom waaruit het is ontstaan.

Verhoudingsformules
 
Met de namen en valenties van enkelvoudige positieve en negatieve ionen kunnen we de verhoudingsformules van een groot aantal zouten afleiden.

Positieve ionsoorten
Negatieve ionsoorten
Een zout of ionogene stof bestaat per definitie uit positieve en negatieve ionen. Met de hierboven genoemde ionsoorten zijn heel wat combinaties, dus heel wat verschillende zouten, mogelijk. Bijvoorbeeld de combinatie van Ca2+- en Cl- -ionen, calciumchloride geheten.