Hieronder staan een tiental opmerkingen gerelateerd aan het onderwerp en gehaald uit het boek "de vijf rollen van de leraar".
De stellingen of opdrachten zoals hieronder genoemd zijn de onderwerpen van gesprek in jullie groepje.
1. Gedragsuitingen vloeien voort uit identiteit en overtuiging.
Wat is jullie persoonlijke identiteit en overtuiging als basis van je gedrag als docent (voorbeeld tabel blz 13
2. Een van de belangrijkste vaardigheden van succesvolle leraren is dat ze onderkennen wat hun gedrag oproept. De enige graadmeter hiervoor is wat het resultaat is van jou gedrag bij de leerlingen.
Reflecteer eerlijk op het gedrag van jou leerlingen en geef antwoord op de vraag of (en zo ja, hoe) jou gedrag verandering verbeterd kan worden (analyse Korthagen blz 19)
3. Gastheerschap heeft alles te maken met ontvangst van de leerlingen en het starten van de les.
In deze opdracht wordt zelfverloochening en eerlijkheid vereist. Als je de tabellen op blz 24 en 25 bekijkt, zie je welk gedrag beantwoord aan goed gastheerschap en welk gedrag juist niet. Kies van beide categoriƫn een non-verbaal en een verbaal gedrag uit en bespreek in je groep waarom je dit aanspreekt en gekozen hebt.
4. Het is kenmerkend voor de gastheer dat hij erop is gericht contact te maken met zijn leerlingen.
Waarom is dit "afstemmen" zo belangrijk in de rol van gastheer?
5. De effectiviteit van leraren is af te lezen aan het gedrag van leerlingen.
Je hebt de kenmerken van gedrag bij een goede gastheer en een rol van gastheer wat niet goed vervult wordt. Geef een cijfer tussen 1 (slecht) en 10 (Uitmuntend) voor het gemiddelde gedrag van jou leerlingen. Geef ook de motivering van dit cijfer aan.
6. De rol van gastheer is op gedragsniveau aan te leren.
Op blz 30/31 staan mogelijkheden om binnen de les en buiten de les te kunnen gebruiken. Kies van beide rubrieken een mogelijkheid die je zou kunnen toepassen op jou situatie.
7. Een goede gastheer reflecteert regelmatig op zijn gedrag als gastheer.
Neem van de beide tabellen op blz 32 een reflectievraag en vraag bij jezelf af of je over het antwoord op die vragen tevreden bent en waarom dat wel of niet zo is. Vraag je af hoe het komt dat het zo gaat. Vraag je af wat de achterliggende reden is.
8. Bij punt 1 heb je nagedacht over je overtuiging als factor in de aansturing van ons gedrag. Daarom ga je ook hierop reflecteren.
Kies een reflectievraag uit het kader onderaan blz 33 en geef daarop een antwoord. Kijk ook of je belemmerende overtuigingen hebt en benoem deze ook.
9. Wat zou je als tip meegeven aan een beginnende leraar die rol van gastheer moet gaan vervullen.
10. Op welk(e) punt(en) is jou gastheerschap te verbeteren.
Je ziet tien richtvragen en/of opdrachten nu boven ons. Kijk bij het tabblad werkwijze voor de uitvoering.