Oplossingen zijn mengsels met een vloeistof als hoofdcomponent, waarin de componenten (gas, vloeistof, vaste stof) opgedeeld zijn in losse moleculen (of ionen), die gelijkmatig verdeeld zijn. We spreken van een moleculaire verdeling. De hoofdcomponent noemen we het oplosmiddel, de andere componenten de opgeloste stof. Het systeem is daardoor volledig homogeen.
Kenmerk van een oplossing
Een oplossing is altijd helder (doorzichtig), maar hoeft niet kleurloos te zijn.
NB: Een sterk geconcentreerde gekleurde oplossing is niet meer doorzichtig (bijvoorbeeld een oplossing van kaliumpermanganaat). Bij verdunnen worden ook deze oplossingen doorzichtig.
Het oplossen
Het proces van oplossen treedt op ten gevolge van een directe wisselwerking van de moleculen van het oplosmiddel met de moleculen van de opgeloste stof. Deze interactie noemen we solvatatie.
We spreken van hydratatie in plaats van solvatatie, als het oplosmiddel water is. Solvatatie is een algemenere term, onafhankelijk van het oplosmiddel.
Oplosbaarheid
Suiker is een voorbeeld van een in water zeer goed oplosbare vaste stof. Veel stoffen zijn echter niet of nauwelijks in water oplosbaar. De maximale hoeveelheid van een stof die per volume water kan oplossen noemen we de oplosbaarheid (in water) van die stof.
Een oplossing die de maximale hoeveelheid opgeloste stof bevat noemen we een verzadigde oplossing.
Qua oplosbaarheid onderscheiden we vaak drie groepen stoffen:
Goed oplosbaar. Sommige stoffen zijn zelfs onbeperkt ('oneindig') oplosbaar.
Matig oplosbaar.
Slecht oplosbaar. In de praktijk zeggen we soms onoplosbaar, maar chemici zeggen liever dat zo'n stof 'slecht oplosbaar' is. Ook van een 'onoplosbare' stof blijkt namelijk altijd wel een minieme hoeveelheid op te lossen, wat overigens alleen met zeer gevoelige apparatuur is te meten.
Of een stof oplosbaar is, bepalen we metkwalitatieve methoden. Om na te gaan hoevéél stof kan oplossen is een kwantitatieve methode vereist. Zie 'Oplosbaarheid van enkele vaste stoffen' in de Didactiek van deze paragraaf.
Kwantitatieve gegevens over de termen goed, matig en slecht zijn te vinden in BINAS tabel 45A.
Oplosbaarheid is een stofeigenschap: kenmerkend voor elke combinatie van een stof en een oplosmiddel.
De oplosbaarheid van vaste stoffen en vloeistoffen in een bepaald oplosmiddel neemt meestal toe bij stijgende temperatuur.