Er zijn 10 gewone opdrachten. Bij alle opdrachten is het goed bekijken en bespreken van je resultaten erg belangrijk. Daarom:
Werk samen met een studiemaatje.
Spreek samen af:
óf bij het maken van de opdrachten eerst apart werken en daarna samen bekijken wat je hebt bedacht;
óf bij het maken van de opdrachten meteen samenwerken en daarna samen bekijken wat jullie hebben bedacht.
Maak een werkdocument in Word en noteer hierin van alle opdrachten de vragen met de antwoorden. Maak een scan of foto van opdrachten die je op papier doet en voeg deze ook hieraan toe.
Bekijk na iedere opdracht de feedback bij die opdracht en vergelijk het met wat jullie hadden bedacht.
Bespreek de overeenkomsten en verschillen, daag elkaar uit om het goed uit te leggen en help elkaar om het te snappen.
Doe de opdrachten in de juiste volgorde. Zo snap je (en leer je) er het meeste van.
Er zijn ook nog 3 keuzeopdrachten. Daarvoor geldt ook dat het goed bekijken van je resultaten heel belangrijk is. Werk daarom op dezelfde manier aan de keuzeopdrachten als aan de gewone opdrachten.
Welke opdrachten doe je?
Gewone opdrachten (deze doe je allemaal, in deze volgorde):
Bijzondere dieren
Veel verschillende soorten dieren
Dieren in het wild hebben ook problemen
Hoe lost een dier in het wild die problemen op?
Waarom zit dat zo?
Ontwerp zelf een dier: globale schets
Hetzelfde probleem, een net iets andere oplossing
Hoe werkt het?
Alle oplossingen hebben voor- en nadelen
Ontwerp zelf een dier: gedetailleerde tekening
Keuzeopdrachten (kies welke je doet):
Een informatiebord over mijn dier
Onderzoek vorm en functie in technische ontwerpen
Maak het ecosysteem af
Wat is het eindresultaat?
Een document met een verslag van je werkzaamheden bij deze leeractiviteit.
Hierin heb je alle opdrachten uitgewerkt en de vragen beantwoord. Verder heb je hierin afbeeldingen toegevoegd van de tekeningen en ontwerpschetsen die je hebt gemaakt.