Homo- en biseksualiteit wordt in Nederland vaak gezien als deel van je identiteit. Val je als vrouw op vrouwen, dan ben je lesbisch. Alleen op mannen, dan ben je hetero. En heb je wat met beide seksen, dan ben je bi. Vandaar het begrip seksuele geaardheid: het zit in je aard, je bént zo. Het is geen keuze, je kúnt niet anders. Het voordeel van deze benadering: je kunt er niet van ‘genezen’ of ergens anders voor kiezen. Je bent nu eenmaal zo.
Het nadeel is het hokje, het vaststaande. Homoseksualiteit wordt ook wel seksuele voorkeur genoemd. Daarmee staat je seksualiteit minder vast. Je voorkeur gaat uit naar vrouwen, maar je zou ook voor mannen kunnen kiezen. Het is niet een onderdeel van je identiteit, maar een keuze.
Een derde idee over homoseksualiteit gaat meer over gedrag: niet de identiteit of de keuze maakt je homo of lesbisch, maar wat je doet. Het gaat niet over jou als persoon maar over je handelingen: relaties en seks met vrouwen. Je bent daardoor niet anders, je doet alleen wat anders.