Hst.2 Menstruatie

Hoe werkt het precies?

Meisjes die geslachtsrijp zijn, worden ongeveer 1 keer per maand ongesteld. Tijdens deze dagen verliezen ze wat bloed via de vagina. Dit betekent dat ze geslachtsrijp zijn en zwanger kunnen worden.

Je kunt ongeveer vanaf je tiende tot zestiende jaar voor het eerst ongesteld worden. Dat kan eerder, maar ook wat later zijn. Dat is bij iedereen verschillend. Het bloed dat tijdens de menstruatie (ongesteld zijn) vrij komt, kun je zien als de resten van een onbevruchte eicel.

Follikel en eicel

In de eierstokken van meisjes zitten heel veel eicellen. Dat zijn er zoveel dat er vanaf de pubertijd elke 28 dagen een rijpt. Dit is een proces dat onder invloed van hormonen plaatsvindt. Door het hormoon FSH ontwikkelt zich een rijpe eicel. Deze zit in een follikel. Dat is het omhulsel dat ervoor zorgt dat de eicel voeding krijgt.

Bevruchting

Als de eicel rijp is, barst de follikel open. Dit heet ovulatie. Hierbij komt er een rijpe eicel vrij: de eisprong. Dit gebeurt vaak op de vijftiende dag van het gehele proces. Nu wordt de vrijgekomen eicel via de trechter en de eileider afgevoerd. Als de eicel niet binnen vierentwintig uur bevrucht wordt door een zaadcel, gaat ze verloren. Dan duurt het weer een maand voordat er weer een kans is op een bevruchte eicel.

Bloedlaag

Of de cel nu bevrucht wordt of niet: de wand van de baarmoeder wordt voorbereid op een zwangerschap. Er ontstaat een rijk doorbloede verdikte laag waar een embryo zich in nestelen. Als de eicel niet wordt bevrucht is het laagje van bloed niet meer nodig. Daarom laat de los en moet het bloed worden afgevoerd. Dit is de menstruatie.