lijdend voorwerp

Een lijdend voorwerp komt niet in elke zin voor.

 

Hoe kun je het lijdend voorwerp vinden?

Stel de vraag: wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp.

 

Vb. Meral kocht gisteren een nieuwe broek.

Persoonsvorm = kocht

Zinsdelen: Meral | kocht | gisteren | een nieuwe broek.

Onderwerp = Meral

Werkwoordelijk gezegde = kocht

Lijdend voorwerp: wie/wat kocht Meral?

Antwoord: een nieuwe broek. Dit is dus het lijdend voorwerp.

 

Tip: Het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.

Bron: www.cambiumned.nl
Bron: www.cambiumned.nl
Bron: www.cambiumned.nl