Om isomeren ook in naam van elkaar te onderscheiden is een internationaal erkend systeem van naamgeving afgesproken. De namen van alkanen vormen de basis voor de systematische naamgeving van alle andere organische verbindingen (zie BINAS tabel 66D).
De hoofdketen nummeren we zodanig dat de zijketens een zo laag mogelijk plaatsnummer krijgen.
Bij meerdere zijketens zet je de plaatsnummers in opklimmende volgorde, de laagste reeks heeft de voorkeur.
Komt eenzelfde zijketen meermalen voor, dan gebruiken we de voorvoegsels: di (2), tri (3), tetra (4), penta (5), enz.
De namen van de zijketens vermelden we in alfabetische volgorde vóór de naam van de hoofdketen (ethyl- gaat voor methyl-), voorafgegaan door het nummer van het C-atoom waaraan hij is bevestigd. De voorvoegsels di, tri, etc. zijn bij de benaming van deze zijketens ondergeschikt.