Het gevaar van elektrische stroom voor de mens hangt van een aantal factoren af. De belangrijkste is de sterkte van de elektrische stroom.
Een zeer kleine stroom (tot 1 mA; 0,001 A) voelen wij niet of nauwelijks, of leidt hooguit tot een schrikreactie. Bij een iets hogere stroom, al vanaf 5 mA, gaan spieren samentrekken. Hierdoor kan een situatie ontstaan, waarbij men niet meer in staat is het spanningvoerende deel los te laten. Boven 20 mA ontstaan ademhalingsproblemen, omdat bepaalde spiergroepen, die de ademhaling regelen, verkrampen. Bij stromen vanaf circa 40 mA raakt de hartslag verstoord. Dit kan direct de dood tot gevolg hebben. Bij zeer hoge stromen kunnen ook verbrandingen ontstaan op de plaatsen waar de stroom het lichaam binnenkomt en verlaat.
Elektriciteit kan dodelijk zijn!
?Wij spreken over stroom als gevaar, niet over spanning. Dit komt, omdat een lage spanning niet in staat is een hoge stroom door de hoge weerstand van ons lichaam te laten vloeien; een hogere spanning wel. Toch kan ook een lage spanning onder bepaalde omstandigheden een gevaarlijke stroom laten vloeien. De genoemde stromen zijn niet voor ieder mens gelijk. Ook is lichaamsweerstand erg afhankelijk van de toestand, waarin men verkeert. Wanneer men bezweet is, is de weerstand lager (en de stroom hoger) dan wanneer men droog is. Ook de tijd dat een stroom door het lichaam loopt, is van belang. Bij 230 V is de veilige tijd echter zeer kort, namelijk slechts 0,05 s.