Als men een aantal ml wijn, na aanzuren, direct met jood titreert, wordt de hoeveelheid niet-gebonden sulfiet bepaald. In wijn is het grootste gedeelte (meestal meer dan 75%) van het sulfiet gebonden aan aldehyden. Bij de kwantitatieve bepaling moet dit eerst vrijgemaakt worden; dit kan gebeuren met loog. Het vrijgekomen sulfiet kan dan, nadat aangezuurd is, samen met het niet gebonden sulfiet getitreerd worden met een joodoplossing, waardoor het totale sulfietgehalte bekend wordt.
Benodigdheden |
|
2 erlenmeyer met ingeslepen stop |
200 mL |
3 maatcilinders |
25 mL |
maatcilinder |
10 mL |
volpipet |
25 mL |
buret |
Chemicaliƫn
joodoplossing 0,01 M (gesteld)
zetmeeloplossing
zwavelzuuroplossing 2 M
kaliloog 1 M
wijn (geen rode!, zie opmerking 3)
Uitvoering
Giet 25 mL 1 M kaliloog in een erlenmeyer van 200 mL.
Pipetteer hierbij 25 mL wijn, bij voorkeur uit een pas geopende fles (opmerking 4).
Schud de inhoud van de erlenmeyer even en laat het mengsel gedurende 15 minuten afgesloten staan.
Voeg dan 15 mL 2 M zwavelzuur toe en enkele ml zetmeeloplossing.
Titreer met een gestelde 0,01 M joodoplossing tot de blauwe kleur 15 seconden blijft.
Voer de bepaling duplo uit.
Opmerking 3:
Bij gebruik van rode wijn is de kleuromslag moeilijk waar te nemen. De warenwet noemt dan methode: overdestilleren in een ammoniakale waterstofperoxideoplossing en dan een sulfaatbepaling uitvoeren.
Opmerking 4:Het sulfietgehalte van wijn die aan de lucht wordt bewaard loopt terug. Van een natriumsulfietoplossing van ongeveer 100 mg sulfiet per liter bedraagt de afname het eerste half uur ongeveer 0,5 mg per minuut!