Aanvrager (beoogde penvoerder) |
||
AOC Oost |
Lochem |
Klaas Jellema |
onderwijsinstellingen in het samenwerkingsverband |
||
AOC Oost |
Doetinchem |
Bennie Storkhorst |
Wellant |
Houten |
Arie Kok |
CAH |
Dronten |
Jeroen Nolles |
Onderwijsinstellingen buiten het samenwerkingsverband en externe instellingen |
||
CONO Kaasmakers |
Middenbeemster |
Klaas Jan van Calker |
MILQ2 |
Texel |
Joost de Veer |
WUR/LEI |
Lelystad |
Sierk Spoelstra |
Programmateam Dierwelzijn |
Programmateam Dierwelzijn |
Hans Hopster |
PTC+ |
Oenkerk |
Ico Prins |
Betrokkenheid onderwijs- en externe instellingen bij het project en hun toegevoegde waarde.
De centrale doelstelling van het project is dat leerlingen / studenten leren om duurzamer te produceren, waarbij de input van diverse belanghebbenden rondom het melkveebedrijf in samenhang wordt geleerd. Volgens Milq2 (zie bijlage 1) zijn de belanghebbenden rondom het melkveebedrijf:
De kerngebieden, succesfactoren en prestatie-indicatoren liggen op de volgende terreinen:
- Duurzaamheid
- Voedselveiligheid
- Diergezondheid en dierwelzijn
- Natuur en milieu
- Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Dit project zet in op betrokkenheid van de partners / ondernemers in de keten bij het opleiden van leerlingen studenten. Partners in de keten zijn hierbij LTO Noord, AB Oost en Friesland Campina.
Deze instellingen brengen de diepgang in dit project aan kennis op verschillende gebieden in die met duurzaamheid te maken hebben waarbij in dit project de samenhang moet worden aangebracht.
Naast de specifieke inbreng aan kennis en ervaring zullen deze instellingen als klankbord voor de projectgroep functioneren.
Het is belangrijk dat CONO Kaasmakers en Milq2 in het project mee doen. Het zijn bedrijven / instellingen waarbij deelnemende melkveehouders daadwerkelijk duurzaam produceren in de praktijk op een door stakeholders geaccepteerde wijze. Bij CONO Kaasmakers gaat het om circa 500 melkveehouders en bij Milq2 om circa 20. Zij produceren op een wijze die nu al aansluit bij de visie van Minister Verburg op de toekomst van de veehouderij. Het onderwijs kan veel leren van CONO Kaasmakers, Milq2 en deelnemende veehouders.
Vanuit het principe dat CONO Kaasmakers en Milq2 duurzaam willen produceren, ligt er bij hen ook de intentie om dit over te dragen aan anderen en daarom ook deel te nemen in dit project.
CONO Kaasmakers heeft daarbij ook expliciet gevraagd om hulp van het onderwijs bij het testen van quick scan in de praktijk en wil leerlingen / studenten ook inzetten bij verdere ontwikkelingen, verwerking resultaten ‘quick scans’ in strategische ondernemersplannen, stappenplannen en in ‘benchmarking’.
Innovatieagenda melkveehouderij
Waarom een innovatieagenda?
Innovatie is een belangrijke voorwaarde voor de toekomst van een gezonde en concurrerende Nederlandse melkveehouderij. LTO heeft het initiatief genomen om samen met ketenpartijen in te zetten op innovaties die de ondernemer zélf kiest. En dat is nieuw. Ondernemers uit de hele keten worden uitgedaagd de toekomst van de melkveehouderij mee te bepalen door te participeren in innovaties die zij zelf belangrijk vinden. De innovatieagenda heeft 5 speerpunten:
1 Expeditie Koplopers (Innovatieproces)
2 Da’s pas goede stroom! (Boerenenergie)
3 Jouw Wereld /Mijn Wereld ((Maatschappij)
4 Met melk meer kans (Meerwaarde melk)
5 Een maatpak voor elke melkveehouder (Schaalgrootte)
Het project ‘License to produce’ sluit aan bij de speerpunten 1, 3, 4 en 5.
AOC Oost, Wellant, CAH en PTC+ zijn betrokken bij License to produce om op een praktijkgerichte wijze de leerlingen te leren om duurzaam te produceren met gebruikmaking van de meest actuele kennis.