Bepaling van de extinctie
Pipetteer in een porseleinen schaaltje 2 mL van de standaardoplossingen of 20 mL watermonster (opmerking 1) en 2 mL salicylaatoplossing.
Laat dit mengsel boven een waterbad droogkoken (dit duurt ongeveer 10 respectievelijk 30 minuten).
Voeg na droogkoken en afkoelen 2 mL geconcentreerd zwavelzuur toe en dan na 10 minuten (niet eerder!) 15 mL gedestilleerd water en 15 mL natriumhydroxide-oplossing.
Meet na nog eens 10 minuten de extinctie (opmerking 2).
Bereken het nitraatgehalte van het watermonster in mg per liter.
Berekening
De standaardoplossingen bevatten 2,5; 5,0; 10; 15 en 20 mg NO3- per 50 mL (of 50, 100, 200, 300 en 400 mg NO3- per liter). Hiervan wordt steeds 2 mL genomen dus 0,1; 0,2; 0,4 en 0,6 mg NO3-.
De gemeten extinctiewaarden (afhankelijk van het gebruikte apparaat en de golflengte) uitgezet tegen de hoeveelheid NO3- geeft grafiek 1.
Als het watermonster een extinctie geeft van 0,5 komt dit overeen met 0,3 mg NO3- in 20 mL, dus een nitraatconcentratie van 15 mg per liter.
Als 2 mL van de nitraatoplossing een extinctie geeft van 0,8 komt dit overeen met 0,5 mg NO3- in 2 mL en dus met een nitraatconcentratie van 250 mg.L-I.
Opmerkingen