Uiterlijk is niet te zien of een zoutkristal wél of geen kristalwater bevat. We komen hier achter door te verwarmen. Kristalwater kan hierdoor ontwijken, waarna kristallen tot poeder uiteenvallen. In het kristalrooster van kristalsoda bijvoorbeeld zijn tien moleculen H2O ingebouwd per 2 ionen Na+ en 1 ion CO32-. Deze moleculen gaan er bij het verwarmen uit:
Na2CO3.10H2O(s) → Na2CO3(s) + 10 H2O(g)
Sommige hydraten kunnen in droge lucht al kristalwater verliezen; de kristallen worden dof en verpoederen. Dit verschijnsel noemen we verweren van de kristallen. Het omgekeerde verschijnsel, het opnemen van kristalwater uit de lucht komt ook voor: sommige watervrije zouten zijn hygroscopisch (sterk water aantrekkend). Er wordt een hydraat gevormd.
Gips
Het hard worden van gips, een wit poeder, berust ook op hydraatvorming. Gips is het zout calciumsulfaat en bestaat dus uit Ca2+- en SO42--ionen, verenigd in een kristalrooster. Om gips te gebruiken moeten we het met een afgepaste hoeveelheid water mengen tot een dikke pap. Tamelijk snel verandert deze pasta dan in een harde stof.
De verklaring is dat het water opgenomen is in het kristalrooster van calciumsulfaat. Per Ca2+- en SO42--ion binden 2 moleculen H2O. Gips is gehydrateerd calciumsulfaat: CaSO4.2H2O (officiële naam: calciumsulfaatdihydraat). De opname van (kristal)water door watervrij gips is een exotherme chemische reactie: het wordt warm.
Wit en blauw kopersulfaat
De opname van kristalwater veroorzaakt soms een kleur. Zo is watervrij koper(II)sulfaat (CuSO4) een wit amorf poeder, maar bij opname van vijf moleculen kristalwater wordt het een blauwe vaste stof, CuSO4.5H2O(s), koper(II)sulfaat pentahydraat (in de volksmond ook wel blauwe aluin genoemd). Hydratatie van het Cu2+ ion veroorzaakt het kleureffect (lees: door aanwezigheid van water tussen koper- en sulfaationen ontstaan andere optische eigenschappen). Onder invloed van warmte (200 °C) verliest het kristalwater en gaat weer over in een witte vaste stof. Door deze eigenschappen kunnen we watervrij kopersulfaat gebruiken om water in vloeistoffen aan te tonen. Stoffen als watervrij koper(II)sulfaat kunnen we ook wel gebruiken als 'droogmiddel'.