Uit de oplosbaarheidstabel volgt dat de meeste metaaloxiden slecht oplossen in water. Bij Na2O, K2O, CaO en BaO staat een r, wat staat voor 'reageert met water'. Van deze vier metaaloxiden reageren de O2--ionen met H2O-moleculen tot OH--ionen:
O2- + H2O → 2OH-
Zo wordt de vergelijking van de reactie tussen natriumoxide en water:
Na+2O2-(s) + H2O(l) → 2 Na+OH- (s)
Voegen we meer water toe dan strikt nodig is voor bovenstaande reactie, dan ontstaat natronloog, een oplossing van natriumhydroxide in water:
Na2O(s) + H2O(l) → 2 Na+(aq) + 2 OH-(aq)
We kunnen dus natronloog maken door natriumhydroxide op te lossen in water, maar ook door natriumoxide op te lossen in water. In het laatste geval is er sprake van een chemische reactie. Kaliumoxide, calciumoxide en bariumoxide reageren op dezelfde manier met water tot respectievelijk kaliloog, kalkwater en barietwater, oplossingen van respectievelijk KOH, Ca(OH)2 en Ba(OH)2. Bij deze vier oxiden kan het oxide-ion met water reageren omdat de oxiden goed oplossen in water, waardoor het oxide-ion vrijkomt. Bij andere metaaloxiden krijgt het oxide-ion die kans niet, omdat het vast blijft zitten in het ionrooster (het oxide lost niet op).
Video over metaaloxiden
In de onderstaande video legt Sieger Kooij (leraar scheikunde bovenbouw havo/vwo) na 11.00 min. uit hoe metaaloxiden reageren. Hij benadrukt het verschil met het oplossen van een zout, ook qua notatie.