Gevolgen

Verminderde zeepwerking

Als leidingwater te 'hard' is kan het hinderlijk veel calciumionen bevatten. Gebruiken we bijvoorbeeld natriumstearaat C17H35COO-Na+(s), als zeep, dan zal calciumstearaat neerslaan:

Ca2+(aq) + 2 C17H35COO-(aq)  →   Ca(C17H35COOH)2(s)

Het neerslag noemen we ook wel kalkzeep, een onoplosbaar zout door reactie van calcium- en magnesiumionen met de negatieve ionen van detergentia. Het zet zich als een grauw vlokkig aanslag af op wasgoed of de wand van het vat. De waswerking van de zeep vermindert door deze reactie, omdat er minder zeep-ionen beschikbaar zijn voor de vorming van micellen (zie het hoofdstuk 'Koolstofchemie', par. 15.02, 'Zeep').

Verschillende waterleidingbedrijven verlagen de hardheid van het water, dat wil zeggen ontdoen het water van opgeloste calcium- en magnesiumzouten. Dat kan met behulp van een neerslagreactie. Zie 'Ontharden van water'.

Oververhitting warmwatertoestellen

In ketels en warmwatertoestellen noemen we calciumcarbonaat, dat neergeslagen is door verhitting van water, ketelsteen of kalkaanslag. Gewoonlijk is ketelsteen iets bruin gekleurd, door aanwezigheid van een weinig ijzer(III)carbonaat. Ketelsteen ontstaat door verhitting van hard water, doordat de calciumionen reageren met waterstofcarbonaationen:

Ca2+(aq) + 2 HCO3-(aq)  "   CaCO3(s) + H2O(l) + CO2(g)

Ketelsteen op een verwarmingselement is ongewenst, omdat het de warmteoverdracht belemmert. In een wasmachine bijvoorbeeld kan het verwarmingselement daardoor oververhit raken en doorbranden. Ook in de industrie, waar veel met stoom gewerkt wordt, moet men terdege rekening houden met dit verschijnsel.

Ketelsteen, kalk, op een verwarmingselement van een warmwatertoestel