Zouthydraten ontstaan uit neerslagreacties of door indampen
Een vast zout kunnen we uit een oplossing laten ontstaan door een neerslagreactie met een ander zout of door indampen van de zoutoplossing. In beide gevallen verenigen positieve en negatieve ionen zich tot een kristalrooster (ionrooster). In het eerste geval gaat dat spontaan en razendsnel, in het tweede geval moeten we eerst het water verwijderen door verdampen.
Voor een aantal zouten treedt in beide gevallen een interessante complicatie op. Naast positieve en negatieve ionen worden ook H2O-moleculen op een regelmatige wijze ingebouwd. Het ionrooster is dan geen zuiver ionrooster meer, maar bestaat ook uit watermoleculen. Dergelijke zouten noemen we zouthydraten of kortweg hydraten. Het opnemen van water door een zoutkristal is een vorm van hydratatie. Het water, dat is ingebouwd in het kristalrooster, noemen we kristalwater.
Voorbeeld
Wanneer we een oplossing van natriumcarbonaat indampen, ontstaat vast natriumcarbonaat, beter bekend als soda (een schoonmaakmiddel in het huishouden). Onderzoek van deze soda leert dat het niet alleen uit Na+- en CO32--ionen bestaat (in de aantalverhouding 2 : 1), maar dat in het kristalrooster per formule-eenheid natriumcarbonaat tien moleculen H2O zijn ingebouwd. De formule noteren we daarom als volgt:
Na2CO3.10H2O(s)
We zeggen dat soda tien moleculen kristalwater bevat. Daarom noemen we deze soda een hydraat. De naam kristalsoda is ontstaan omdat het hydraat gemakkelijk kristallen vormt. Watervrije soda kan ook kristalliseren, maar die kristallen ontstaan niet vanuit een oplossing.