Gedrag is alles wat een mens of dier doet. Het is een systeem waarmee dieren en mensen mee uitgerust zijn om veranderingen in de omgeving op te merken en hierop gepast te reageren door zich aan te passen aan de gewijzigde situatie.
Gedrag bestaat uit verschillende handelingen. In een ethogram staan alle handelingen van een dier beschreven. In een protocol wordt tijdens een obersvatie alle handelingen opgeschreven met tijdsaanduiding. Door een protocol wordt een gedrag meetbaar.
Het is vrij lastig om gedrag goed te omschrijven. Als een hond zijn tanden laat zien en gromt zeggen veel mensen: "hij is boos". Dit is een onjuiste omschrijving, want misschien is hij helemaal niet boos. Een juiste omschrijving is: "hij laat zijn tanden zien en gromt". Je moet dus precies opschrijven wat hij doet en geen uitleg geven waarom hij het doet, want dat kunnen wij nooit met zekerheid weten.
Gedrag wordt veroorzaakt door een samenstelling van inwendige factoren en uitwendige factoren, prikkels. Voorbeelden van inwendige factoren zijn honger, dorst en hormonale toestand. Voorbeelden van uitwendige factoren zijn waarnemen het van een soortgenoot, van voedsel en van een bedreiging.