De Tweede Wereldoorlog

De instelling van Hitler was om Engeland buiten de oorlog te houden. Dit wilde hij doen door samen te werken met de Sovjet-Unie en Italië, ook wel bekend als het Pact van Staal. Hij hoopte dat dit Engeland zou afschrikken. Engeland zag echter ook wel iets in een samenwerking met de Sovjet-Unie, welke nu dus van twee kanten werd benaderd. Hitler’s bedoeling van het pact was om een tweefrontenoorlog te voorkomen; wanneer hij het westen aanviel wilde hij geen last van de Sovjet-Unie. Engeland daarentegen wilde actieve steun tegen Duitsland.

Het bondgenootschap had voor beide partijen een tactisch karakter: Duitsland wilde de vrije hand in Polen en het Westen en de Sovjet-Unie wilde tijd om hun verzwakte leger weer op te bouwen en uiteindelijk de Russische invloedssfeer uit te breiden. De oorlog moest snel gaan voor Hitler, want na de opmars in het Westen was er een risico dat de Sovjet-Unie aan zou vallen, wat een tweefrontenoorlog voor Hitler zou betekenen. Hitler wilde dus geen langdurige oorlog zoals de Eerste Wereldoorlog geweest was, maar een snelle. Hij wilde na de inval van Polen zo snel mogelijk Frankrijk vernietigen.

In 1939 besloot Hitler Polen binnen te vallen en te veroveren. Het gevolg hiervan was dat Engeland, gevolgd door Frankrijk, de oorlog verklaarde aan Duitsland. Dit had Hitler niet aan zien komen en hij moest eerder dan verwacht tegen de andere Westerse landen vechten.

Daarnaast was Hitler op zoek naar meer Lebensraum voor zijn Duitse volk, dit probleem moest in 1943-1945 opgelost zijn. Duitsland wilde geen oorlog met het sterke Engeland en Frankrijk en ging op zoek in Oost-Europa. Hitler zocht vooral meer grond om in de toenemende voedsel- en grondstoffenbehoefte van het Duitse volk te kunnen voorzien.

In de Tweede Wereldoorlog stonden twee groepen tegenover elkaar, de As-mogendheden en de geallieerden. De As-mogendheden, bestaande uit Duitsland, Italië en Japan, hadden een gemeenschappelijk doel: het veroveren van landen om hun eigen gebied uit te breiden. De geallieerden, Frankrijk, Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie (1941) en de Verenigde Staten, probeerden de As-mogendheden tegen te houden.

De geallieerden waren als winnaar uit de oorlog gekomen. Na de Tweede Wereldoorlog viel Duitsland in handen van de geallieerden (de Amerikanen, de Russen, de Engelsen en de Fransen). Duitsland werd opgedeeld onder de vier landen, om een nieuwe oorlog te voorkomen. 

Het lukte Duitsland niet om Engeland te veroveren. De Engelsen hadden een sterke vloot, deze hield de Duitse schepen tegen. De Engelse zagen door de rader de Duitse bommenwerpers vooraf aankomen. Ook had Engeland de zogeheten Spitfires, deze vliegtuigen vielen de Duitse bommenwerpers aan. Engeland en Frankrijk hadden Hitler niet eerder tegen kunnen houden, dit had verschillende redenen. Ze waren bang voor een totale oorlog, die veel slachtoffers tot gevolg zou hebben. Een andere reden was dat Engeland de straf die Duitsland opgelegd gekregen had na de Eerste Wereldoorlog zwaar genoeg. Duitsland was na zeggen van de Engelsen zwaar genoeg gestraft door het Verdrag van Versailles in 1919. 

De Verenigde Staten raakten in 1941 betrokken bij de oorlog, dit door de Japanse aanval op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbour. Op 8 december verklaarde Amerika de oorlog aan Japan. Hiermee verklaarde Amerika de oorlog aan de centrale As-mogendheden deze kwamen immers voor elkaar op en steunde elkaar onvoorwaardelijk. Op 11 december 1941 reageerde Duitsland door op zijn beurt Amerika de oorlog te verklaren. Dit leidde onmiddellijk tot een gigantische activiteit in de Verenigde Staten, die op enorme schaal de oorlog begon voor te bereiden. Het kwam goed uit voor Roosevelt, omdat de Amerikaanse bevolking nu ook tegen Duitsland wilde vechten.


De aanval op Pearl Harbor

Het einde van de oorlog

De reden van Hitler om de Sovjet-Unie aan te vallen ging gepaard met zijn hekel aan het communisme en de extra levensruimte die hij wenste voor het Duitse volk. De Slag bij Stalingrad (1942 augstus – 1943 februari) was een aanval op Rusland, hier vond de eerste grote nederlaag voor Duitsland plaats. Vanaf dit moment drong het bij het Duitse volk door dat de oorlog wel eens een slechte afloop zou kunnen hebben voor Duitsland.


De geallieerden wilden Duitsland verslaan door landlegers in te zetten en massale luchtbombardementen die alle grote Duitse steden zouden vernietigen. Engeland begon met bombardementen op stuwdammen en fabrieken. Zij waren in de veronderstelling dat de luchtmacht de oorlog uiteindelijk zou beslissen. Engeland en Amerika gingen over tot ‘area bombing’, zij gingen willekeurige delen van steden bombarderen. Het gevolg hiervan was dat er veel burgerslachtoffers vielen.

In 1943 hadden Roosevelt van Amerika en Churchill van Engeland, afgesproken alleen onvoorwaardelijke overgave te accepteren. Dit stelde Stalin van de Sovjet-Unie gerust en om problemen te voorkomen na de wapenstilstand. Het gevolg hiervan was dat de oorlog juist langer duurde. Duitsland sloot pas een wapenstilstand nadat de geallieerden door de linies waren doorgebroken en de Russen in Berlijn stonden. 5 mei capituleerde Duitsland. Het was nu zaak voor de geallieerde Japan tot capitulatie te dwingen. Amerika besloot de atoombom in te zetten. Op 6 augustus gooide Amerika de eerste atoombom op Hiroshima, op 9 augustus volgde de tweede atoombom op Nagasaki. De gevolgen van een atoombom zijn immens groot, de bom zorgt voor een enorme verwoesting. Eind 1945 waren als gevolg van de aanvallen circa 250.000 mensen om het leven gekomen. Later zijn er nog veel meer mensen overleden ten gevolge van stralingsziekte, indirect veroorzaakt door de bombardementen. Op 14 augustus capituleerde Japan. Zo kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Naast de definitieve overwinning op het fascisme en nationaal-socialisme betekende de oorlog ook de definitieve ondergang van Europa als centrum van de wereld.