Ten tijden van de Tweede wereldoorlog waren er verschillende totalitaire systemen. Een
totalitaire staat is een staat waarin de overheid alle terreinen van de samenleving onder
controle heeft. Dit op economisch, militair, politiek, sociaal en religieus gebied. Je handelen
werd niet alleen beheersd maar ook je manier van denken. Dit wordt ook wel een ideologie
genoemd.
Een ideologie is een geheel van ideeën over hoe de samenleving eruit zou moeten
zien. De ideologieën die je in de Tweede Wereldoorlog ziet zijn die van het communisme, het
fascisme en het nationaalsocialisme.
Totalitaire ideologieën:
Communisme = extreem-links
Fascisme = extreem-rechts
Nationaalsocialisme = fascisme gemengd met racisme
Politiek: dictatuur
eenpartijstaat
onderdrukking volk door geheime politie
Economie: geleide economie/ planeconomie
Militair: leger staat onder controle van de dictator
Sociaal: allerlei organisaties om controle te houden op het volk
overheid beheerst de media
ideologie bepaalt de samenleving vb. ideologisch onderwijs
Religieus: ideologie vervangt godsdienst
propaganda politieke reclame
censuur: overheid bepaalt wat in de media mag verschijnen
organisaties: controleren van het volk op onjuiste denkbeelden
Het doel van indoctrinatie is het hersenspoelen van een grote groep mensen. Hier zijn onder andere de volgende zaken voor nodig:
- hiervoor zijn massacommunicatiemiddelen nodig, om het volk de ideologie er in te pompen;
- een totalitaire staat pas mogelijk in de 20e eeuw doordat toen pas massacommunicatiemiddelen als film, radio enz. ontstonden!