Opdracht 4

Historische tekstbron, het dagboek van Anne Frank 

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog zat de familie Frank ondergedoken aan de Prinsengracht 263. Anne zat hier samen met haar moeder, vader, zus, het gezin van Hermann van Pels en Fritz Pfeffer. Het was het bedrijfspand waar de vader van Anne gewerkt had. Twee jaar lang zat de familie Frank, het gezin van Hermann van Pels en Fritz Pfeffer in het Achterhuis ondergedoken. Net als vele andere onderduikers werd de familie Frank verraden. Iedereen werd meegenomen en door de Duitsers afgevoerd. 

De familie Frank was een joodse familie en is de bekendste familie geworden die ondergedoken zat ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Dit door het dagboek dat Anne Frank schreef in deze moeilijke en gevaarlijke jaren. Ze beschreef de dagelijkse gebeurtenissen in het Achterhuis, in het dagboek schreef ze aan haar ‘denkbeeldige’ vriendin, Kitty. Het dagboek van Anne is later uitgegeven door haar vader Otto Frank, hij was de enige van de familie die de oorlog overleefde. De moeder van Anne en Margot Frank is omgekomen in het concentratiekamp Auschwitz.  Anne en haar zus Margot Frank zijn in 1945 in concentratiekamp Bergen-Belsen overleden aan de gevolgen van ziekte. Dit een paar weken voordat het concentratiekamp Bergen-Belsen bevrijd werd door de Engelsen. 

 

Opdrachten

In het dagboek van Anne Frank komen onder andere; verdraagzaamheid, begrip en verzoening aan de orde. De vader van Anne, Otto zegt in een interview: “We moeten werken tegen vooroordelen en discriminatie”.

1a. Geef een definitie van de begrippen normen en waarden

 

1b. Welke normen en waarden vind jij belangrijk? Leg uit wat normen en waarden voor jou als persoon betekenen. Beargumenteer je antwoord. 

Helaas hebben we in het dagelijkse leven ook te maken met vooroordelen en discriminatie.

 

2a. Wat verstaan we onder vooroordelen en discriminatie? Gebruik zo nodig een woordenboek. 

 

2b. Hoe denk je zelf over discriminatie? Leg je antwoord uit. 

 

2c. Geef een voorbeeld van een situatie waarbij de begrippen vooroordelen en discriminatie duidelijk aan bod komen. 

 

Opdrachten bij de tekst “De Tweede Wereldoorlog was een totale oorlog

1a. Velen – ook niet – nazi’s- hebben aan de Jodenvervolging meegewerkt, waaronder veel Duitse- en Nederlandse burgers. Geef hier een reden voor en beargumenteer je antwoord. 

 

1b. Geef een ander woord voor Jodenhaat.  

 

1c. Gebruik het begrip uit 1b en leg uit wat dit volgens de ideologie van Hitler betekende. 

 


De opdrachten bij de Historische tekstbron 

Aan de hand van het bronmateriaal krijgen jullie extra informatie aangereikt betreffende het onderwerp, Anne Frank en de Jodenvervolging ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. In het eerste deel is de dag dat de familie Frank naar het onderduikadres moest omschreven door Anne. Het andere bronmateriaal bestaat uit brieven geschreven door Anne Frank. Door het lezen van de bronnen is het de bedoeling dat je je meer bewust wordt van de situatie waarin joodse families in de Tweede Wereldoorlog verkeerden.


1a. Ga er vanuit dat je ten tijde van de Tweede Wereldoorlog leefde. Je hebt een joodsvriendje/joodsvriendinnetje. Op een dag komt hij/zij naar jou toe en verteld dat de Duitsers hem/haar zullen vermoorden wanneer ze hem/haar vinden. Hij/zij vraagt of ze een tijd bij jou en je familie kan onderduiken. Bied je hem/haar onderdak? Beargumenteer je antwoord. 

 

1b. Welke gevaren waren er voor de helpers van de onderduikers? 

 

2a. Elli en Miep haalden de boodschappen voor de familie Frank, het gezin van Hermman van Pels en Frits Pfeffer. Was dit zonder risico? Leg je antwoord uit. 

 

2b. Familie Frank zat samen met het gezin van Hermann van Pels en Fritz Pfeffer ondergedoken. Hoe meer onderduikers op één en dezelfde plaats zitten, hoe meer risico hieraan verbonden is. Leg dit uit. 

 

3a.Selecteer een stukje tekst uit de bron dat het meeste indruk op je gemaakt heeft. 

 

3b. Vertel in eigen woorden wat je uit het geselecteerde deel van de bron kunt opmaken. 

 

3c. Waarom spreekt juist dit deel van de bron je zo aan? Beargumenteer je antwoord.