Antwoordmodel
1. Waar woonden voor de oorlog de meeste joden?
Het antwoord:
· In Amsterdam
2a. Met welke dieren worden joden vergeleken in het fragment dat je te zien krijgt?
Het antwoord:
· Ratten
2b. Waarom werden de joden op deze manier afgebeeld?
Voorbeeld van een goed antwoord:
· Ze wilden de mensen op deze manier laten geloven dat de joden slechte mensen waren.
3. Noem verboden die joden kregen opgelegd door de Duitsers?
Voorbeelden van een goede antwoorden:
· Ze mochten niet naar het zwembad
· Ze mochten niet naar dierentuinen
· Ze mochten niet naar de bibliotheek
· Ze mochten niet naar sportclubs
· Ze mochten niet naar het museum
Openbare plaatsen werden voor joden verboden.
4. Wat voor een symbool moesten de joden vanaf mei 1942 op hun kleren naaien?
Het antwoord:
· Een Jodenster/davidster
5. Waar moest dit symbool geplaatst worden en waarom moesten joden dit symbool dragen?
Voorbeeld van een goed antwoord:
· Op de borst, goed in het zicht, zo kon iedereen meteen zien wie joods was.
6a. Wat staat er in een persoonsbewijs?
Het goede antwoord:
· Je naam
· Je handtekening
· Je foto
· Je vingerafdruk.
6b. Waarvoor diende deze persoonsbewijzen?
Voorbeeld van een goed antwoord:
· Het is een soort paspoort, de joodse mensen waren op deze manier geregistreerd. Wederom een wijze waarop de Duitsers de joodse mensen konden achterhalen en herkennen.