Samenwerking
Hoewel het westen de Sovjet-Unie elkaar niet vertrouwden, hadden ze wel iets gemeen: ze wilden Hiter-Duitsland verslaan. Ze besloten samen te werken tegen Duitsland. Tijdens en kort na de oorlog spraken ze over de toekomst. Dit deden ze op een aantal conferenties. Leider van de Sovjet-Unie was Stalin, de president van de Verenigde Staten was Roosevelt en minister-president van Groot-Brittanniƫ was Churchill.
De Conferentie van Moskou en de Conferentie van Jalta
De Conferentie van Moskou en de Conferentie van Jalta vonden nog tijdens de Tweede Wereldoorlog plaats.
Tijdens de Conferentie van Jalta waren alleen Stalin en Churchill er. Roosevelt moest campagne voeren voor de presidentsverkiezingen. Stalin en Churchill hebben in Moskou de wereld verdeeld in invloedssferen. Op deze manier spraken ze dus af in welke landen het westen invloed kreeg en in welke landen de Sovjet-Unie invloed kreeg. Dit werd uiteindelijk op een servet getekend. Later hebben ze het nooit meer over de verdeling gehad.
Bij de Conferentie van Jalta, Roosevelt was hier wel bij, werd afgesproken dat er in de landen waar de Sovjet-Unie invloed zou krijgen, er wel democratische verkiezingen gehouden moesten worden. Stalin deed dit wel, maar op een andere manier dan dat de bedoeling was. Bij de verkiezingen konden de mensen alleen maar kiezen uit verschillende communisten. President Roosevelt wilde dat er ook met de Sovjet-Unie samengewerkt zou blijven worden na de Tweede Wereldoorlog. Hij vond dat er een organisatie moest komen onder leiding van de grootmachten die moest zorgen dat er vrede en veiligheid in de wereld bleef. Stalin stemde in met deze organisatie, maar dacht dat de Sovjet-Unie zelf voor de eigen veiligheid moest gaan zorgen in de toekomst. De organisatie ging de Verenigde Naties heten en bestaat vandaag de dag nog steeds. Korte tijd later gaf Duitsland zich over. Toen kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Europa.
De mannen op de onderste rij zijn van links naar rechts: Churchill (GB), Roosevelt (VS) en Stalin (SU)
Opdracht
Kies bij het begrip de juiste omschrijving. Je moet een minimale score van 55% hebben. Wanneer je lager dan 55% hebt gescoord, moet je de tekst opnieuw lezen en de opdracht opnieuw doen. Klik hier om de opdracht te openen.