7. Nederland als frontstaat

 

7.1 De invasie van West-Europa

In 1944 waren de militaire verhoudingen in Europa flink veranderd. De geallieerden boekte steeds meer zeges en veel mensen waren er al zeker van dat Duitsland de oorlog uiteindelijk zou gaan verliezen. Duitsland wist bijna zeker dat de geallieerden een invasie in West-Europa aan het voorbereiden waren. Waar deze invasie plaats zou vinden wist niemand. Voor de zekerheid werden er in Nederland ook voorzorgsmaatregelen getroffen. Voor het geval dat de invasie op het strand van Nederland zou plaatsvinden.

 

Op 6 juni 1944 was het eindelijk zover. De geallieerden kwamen massaal aan land op de kust van Normandië. Die zelfde dag nog horen de Nederlanders van de invasie, een adviseur in Overijssel noteert in zijn dag boek:

‘9.32: Telefoon van een onbekende. Volgens een telexbericht, dat zojuist ergens ontvangen was, zouden de Britten en Amerikanen met sterke strijdkrachten zowel bij Cherbourg als bij Le Havre aan land zijn gegaan. Als er iets bijzonders gebeurt, sta ik me altijd net te scheren, en zo dus ook nu.’


Geallieerde brengen massaal tanks en manschappen aan land.

D-Day en de geallieerde opmars

 

7.2 De opmars naar Nederland

Heel Nederland is in rep en roer, overal op straat staan mensen te discussiëren over de hopelijk snelle bevrijding. De Duitsers maken gebruik van hun zorgvuldig voorbereide propaganda en laten al snel films zien waarbij de Duitsers de aanval heldhaftig afslaan. In werkelijkheid zijn ze verrast door de invasie. Na zeven weken van heftige gevechten in Normandië trekken de Duitsers zich massaal terug richting Nederland. In Nederland laait het enthousiasme weer op als de burgers in de gaten krijgen dat de Duitsers zich terug trekken. Veel mensen denken dat de oorlog nu snel voorbij zou zijn. Op 4 september 1944 spreekt de Nederlandse minister-president over de bevrijding van Breda. Op dat moment zijn de geallieerde legers de grens met Nederland nog niet eens overgestoken. Veel mensen verzamelen zich de dag erna opnieuw op straat om de Engelse en Amerikanen te begroeten. Het feit dat veel NSB-leiders ook snel richting het oosten trokken leek voor veel Nederlanders een bevestiging van de aankomende bevrijding. Deze dag wordt later Dolle Dinsdag genoemd.

 

Dolle Dinsdag

 

Veel NSB’ers vluchten naar het oosten. Sommige zoeken zelf tijdelijk onderkomen in kamp Westerbork. Voor de overgebleven Joden is dit het teken dat er iets groots staat te gebeuren. De NS stelt een aantal extra treinen ter beschikking om de NSB’ers naar Duitsland te brengen maar al snel daarna keert de normale gang van zaken terug in het kamp. Op 13 september gaat de laatste trein met daarin 280 Joden richting het oosten.

 

Zelfs de Nederlandse regering in ballingsschap is optimistisch over de bevrijding. Nog voor er geallieerde troepen in Nederland zijn aangekomen maakt zij zich al op voor de reis naar Nederland. Toch ontstaat er nog onenigheid binnen het kamp van de geallieerde. Voor veel mensen lijkt het vanzelf sprekend dat de bevrijders vanuit België meteen richting Duitsland gaan. De Britse veldmaarschalk Montgomery had het plan om via Nederland om de Duitse verdedigingslinies te trekken en zo via Nederland Duitsland binnen te vallen. Dit plan werd ‘’Operation Market Garden’’ genoemd. Het doel was om zo snel mogelijk de bruggen over de grote rivier in Nederland in handen te krijgen. Zo konden de tanks van het geallieerde leger zo snel mogelijk richting Duitsland. Het plan mislukte omdat de Duitsers stand hielden bij Arnhem. Hierdoor konden de geallieerde niet doordringen tot boven de rivieren. Nederland werd als het ware opgedeeld. Het zuiden was vrij en het noorden was nog steeds bezet.

 

Feest in Eindhoven na de bevrijding

Nederland wordt opgesplitst

 

7.3 Een verdeeld Nederland

In veel steden en dorpen ontstaat er een uitzinnig feest als de geallieerden de stad bevrijden. Overal hangen vlaggen en vieren mensen feest. Toch kon niet iedereen in het zuiden feest vieren. Er was nog steeds een front in Nederland. Dit betekende dus ook dat er nog hevige gevechten plaats vonden. Hierdoor moesten veel mensen hun dorp of stad ontvluchten. Zo ook bij Overloon, hier vochten twee weken lang de Duitsers en geallieerde met tanks. Uiteindelijk wonnen de geallieerden maar moesten ze zich toch terug trekken om het front in Zeeland te helpen. De gewonnen slag was uiteindelijk voor niets geweest en heel het dorp Overloon was van de kaart geveegd.

 

Zelfs na de bevrijding vielen soms nog slachtoffers. Zo werd Eindhoven een dag na de bevrijding door de Duitsers gebombardeerd. Hierbij vielen 227 doden en werd een groot deel van de stad verwoest. Ook in Heusden deed er zich een tragisch incident voor. De Duitsers bliezen de toren van het stadshuis en twee kerktorens op omdat deze later als uitkijkposten konden worden gebruikt. In de kelder van het stadshuis hadden 134 mensen zich verscholen. Iedereen kwam om toen de fundering van het gebouw het begaf. Het dodental bedroeg 10% van de gehele bevolking en nog geen vier uur later reden er geallieerde tanks door Heusden.

 

Een paar maanden eerder hadden veel mensen nog rekening gehouden met een invasie op het strand van Nederland. De geallieerden besloten dit uiteindelijk niet te doen omdat Nederland een nat en moerassig land was waar de tanks niet vooruit zouden komen. Hierdoor zou het voor de Duitsers te makkelijk zijn geweest om de invasie af te slaan. Dit probleem stak op nieuw zijn kop op toen de geallieerde Nederland kwamen bevrijden. Vooral in Zeeland zorgde dit voor veel problemen.
Nadat Antwerpen was bevrijd zagen de Duitsers al snel in dat deze haven een belangrijk onderdeel was in de bevoorrading van het geallieerde leger. Toen de Canadezen Zeeland probeerde te bevrijden om zo de zeeweg naar Antwerpen vrij te maken stuitte ze dan ook op veel verzet. De Duitsers dedem er alles aan om de Schelde te behouden en het landschap maakte het er de geallieerde ook niet gemakkelijker op. Ook voor de bevolking van Zeeland ontwikkelde de bevrijding zich langzaam in een ramp. De opperbevelhebbers van de geallieerde besluiten dat het noodzakelijk is om de Duitse stelling te bombarderen. Hierbij worden vele huizen en dorpen met de grond gelijk gemaakt. Ook de dijken waren een doelwit. Hierdoor kwamen grote gebieden onder water te staan en moesten veel mensen hun huis verlaten. De Duitsers werken niet mee met de evacuatie want op die manier werden ze zelf een makkelijk doelwit. Veel burgers laten het leven bij deze gevechten. Toch probeert koningin Wilhelmina via de radio hen moed in te spreken. Ze zegt onder andere:

‘In de eerste plaats richt ik mij tot u, bewoners van Walcheren, en van West-Zeeuws-Vlaanderen, die land en vee en haardsteden, ja alles kwijt zijt, en nu worstelt tegen de binnenstromende golven, Zeelands geduchte en oude vijand.

Ondanks het onheil dat u getroffen heeft, ik weet het, laat gij de moed niet zakken, en beraamt gij zich nu reeds, hoe de ramp is te boven te komen. Alles wordt in het werk gesteld, om materialen te verkrijgen, teneinde spoedig een krachtig begin te kunnen maken met het herstel van dijken, en de drooglegging van het land. Walcheren, West-Zeeuws-Vlaanderen, zij zullen herrijzen!’

 

Oorlog in Zeeland

 

7.4 Het verzet groeit

Ook vanuit de Nederlandse bevolking komt steeds meer verzet tegen de Duitsers. In de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 pleegt een verzetsgroep een aanslag op een aantal Duitse militairen. Van de vier militairen ontkomen er drie. De aanslag was een grote mislukking maar de bezetter voert strengere straffen uit. Zo wordt voor deze aanslag een groot deel van de mannen uit het dorp Putten weggevoerd. Ook wordt het dorp in brand gestoken. Uiteindelijk komen er 550 mensen om bij deze represailles.

 

Razzia in Putten

Burgers worden opgepakt bij een razzia

 

De aanslag en de represailles daarop vormen een geweldsspiraal die steeds erger wordt. In de laatste maanden van de oorlog worden er steeds meer mensen afgevoerd. Veel van hen moeten in Duitsland gaan werken. De Duitsers noemde dit de Arbeidsinzet. De geallieerde bombardeerden zoveel mogelijk Duitse fabrieken en daarom was er steeds meer mankracht nodig. De Nederlanders die moesten gaan werken waren hun leven niet zeker. Veel weigerde daarom om zich te melden. Hierdoor begonnen de Duitsers met steeds meer razzia’s. Op 10 en 11 november 1944 werden in totaal 50.000 mannen uit Rotterdam opgepakt. Ook vanuit het geallieerde kamp werd opgeroepen tot verzet. Zo werd door de Nederlandse regering vlak voor het begin van Market Garden opgeroepen tot een nationale spoorwegstaking. Hierdoor zouden de Duitsers zich minder snel kunnen bevoorraden of terug trekken. Een groot nadeel hiervan was echter dat er ook geen eten meer naar de grote steden kon worden vervoerd. In het najaar van 1944 ontstond er dan ook een grote hongersnood in Amsterdam. Deze periode staat ook wel bekend als de Hongerwinter.

 

Groeiend verzet

 

7.5 Heel Nederland wordt bevrijdt

Pas vanaf april 1945 kon worden begonnen met het bevrijden van Noord- en Oost-Nederland. Veel van de geallieerde soldaten waren terug naar België gestuurd om daar een Duitse tegenaanval af te slaan. Uiteindelijk werd ook de rest van Nederland bevrijd. De geallieerde overmacht en het slechte moraal van de Duitsers zorgde ervoor dat dit redelijk makkelijk ging. Op 12 april kwamen de Canadese tanks aan bij kamp Westerbork. Ze troffen er ongeveer negenhonderd gevangenen aan, de bewakers waren al gevlucht. Ook veel NSB’ers die aan het begin van de bevrijding naar het oosten waren gevlucht waren al weer vertrokken. Veel gingen niet naar Duitsland maar trokken via de afsluitdijk terug naar het westen van Nederland. Hier werden ze na de oorlog opgepakt en terechtgesteld voor hun misdaden.

Op 5 mei 1945 geven de Duitsers in Nederland zich over. Nederland was eindelijk vrij maar er was nog een lange weg te gaan voordat het normale leven weer op gepakt kon worden.

 

Duitse overgave

Duitse troepen in Nederland geven zich over

 

 

In dit hoofdstuk hebben we geleerd over de manier waarop Nederland werd bevrijd. Heel Nederland kreeg te maken met het oorlogs geweld. Het noorden van het land had het dankzij de hongerwinter nog zwaarder te verduren. Uiteindelijk is heel Nederland bevrijd maar aan de andere kant van de wereld was het nog steeds oorlog. Japan had zich nog niet overgegeven en Nederlands-Indië? was nog altijd bezet. Hoe de oorlog in de Nederlandse kolonie verliep leer je in het volgende hoofdstuk.

 


Test hoofdstuk 7