4. Het dilemma van Nederland

4.1  Introductie

Tijdens de Duitse bezetting stonden de Nederlanders voor een keuze die onmogelijk te begrijpen is voor mensen die niet onder de Nazi bezetting hebben geleefd. Met de nazi’s als overheersers hadden Nederlanders verschillende mogelijkheden met de bezetting om te gaan. Het overgrote deel van de bevolking probeerde zo onopvallend mogelijk hun leven te leiden en niet in de problemen met de Duitsers te komen. Naast het hoofd laag houden waren de andere twee mogelijkheden uiterste actief verzet plegen en collaboratie met de bezetters. In de volgende paragrafen bekijken we hoe deze mensen dat deden. In de volgende paragraaf kijken we de nieuwe Nederlandse politiemacht na de nazi-hervorming zoals besproken in hoofdstuk 3.

Nederlandse politieagenten die de Duitsers assisteren in een van de eerste razzia's van Amsterdam.

 

4.2 Politieverzet en collaberatie

Nadat de Nederlandse politie-eenheid door de SS gecentraliseerd en hervormd was stonden de Nederlandse agent voor een ongelofelijk moeilijke keuze. Agent blijven en het werk van de bezetter opknappen? Proberen uit het zicht te blijven en in stilte verzet plegen en een enorm risico lopen?

 

Ondanks de enorme risico’s is er toch politieverzet geweest, hoewel niet grootschalig en georganiseerd. Veel politieverzet was om begrijpelijke redenen individueel en zogenaamd stil verzet: het waarschuwen van mensen voor hun mogelijke arrestatie, het verlenen van hulp aan verzetsgroepen, het helpen smokkelen van vluchtelingen, het saboteren van onderzoeken, enzovoort.

 

Hanns Rauter, vanaf juni 1940 de Hoogere SS- én politieleider in Nederland, vreesde op een moment zelfs dat er een politieondergrondse zou kunnen ontstaan. Het is niet waarschijnlijk dat hiervan ooit sprake is geweest.



Een aantal politiemensen heeft hun verzet met de dood moeten bekopen: van de voormalige rijkspolitiekorpsen kwamen 120 manschappen wegens verzetsactiviteiten om. Hoeveel dit er waren bij de gemeentepolitie is niet uitgezocht.

 

Een aanzienlijk aantal politiemensen werd na de oorlog ontslagen vanwege de soms verregaande medewerking (aan bijvoorbeeld de Jodenvervolging) aan de uitvoering van het politieke programma van de SS-politiestaat. Van de 16.500 politiemensen die op 1 februari 1944 in dienst waren, werden er na de oorlog ongeveer 7.000 aan een onderzoek onderworpen. Zo’n 2.000 van hen werden er ontslagen. Deze agenten kozen ervoor om de Duitsers te helpen om er zelf beter van te worden of omdat ze nationaal-socialistische sympathieën hadden.

 

Anton Mussert

 

4.3 Nazificatie en Collaboratie

Direct na de bezetting begonnen de Nazi’s met het proces van Nazificatie. Dit hield in dat de Duitsers de Nederlanders, die ze zagen als Germaans broedervolk, probeerden warm te maken voor het nationaal-socialisme. De Nazi’s dringen door in de maatschappelijke organisaties en verenigingen. De Nederlanders zijn hier echter niet blij mee en trekken zich terug in de informele privésfeer. De Nazificatie faalt voor een groot deel omdat de bezetter geen juist instrument heeft om het nationaal-socialisme aan de Nederlanders op te dringen. De NSB probeerde wanhopig deze schakel te zijn maar de Duitsers achtten de beweging ongeschikt en besmet met landverraad.

 

De ambities van Mussert.

 

Gedurende de eerste oorlogsjaren wachtte de Nederlandse bevolking onafgebroken op het moment dat de NSB naar voren zou komen als de leidende politieke factor in het land. Dat lag voor de hand, en was in sommige andere landen ook gebeurd. Leider Anton Mussert was er helemaal klaar voor, toch gebeurde het alsmaar niet. Seyss-Inquart had geen vertrouwen in de Nederlandse variant van de Führer, vond hem min of meer verachtelijk en constateerde ook dat de NSB bij lange na niet de aanhang onder de bevolking had waarop in Duitsland de NSDAP kon rekenen.

Voor de oorlog had het ledental van de NSB op z’n hoogst 60.000 bedragen, in mei 1940 was dat aantal gezakt tot 35.000. Het hoogtepunt tijdens de oorlog bedroeg 100.000 leden. Dat lijkt heel wat – de partij had na mei 1940 veel opportunisten (mensen die probeerde te profiteren van de bezetting) binnengekregen, ze werden wel ‘meikevers’ genoemd – maar vergeleken met bijvoorbeeld de aanhang van de Nederlandse Unie (Anti-NSB beweging), die snel opliep tot 800.000 man, was en bleef dat heel weinig.

 

Wie kozen er voor de NSB?

 

De keuze je te verzetten, je hoofd laag te houden of mee te werken met de bezetter lag er aan uit wat voor familie of omgeving je kwam. Jan Folmer koos mee te werken met de Duitsers en te vechten tegen het communisme, terwijl zijn nichtje Joke Folmer koos voor verzet zoals we in de volgende paragraaf zien.

 

Het verhaal van Jan Folmer, ex-SS'er.

 

4.4  Verzet

Verzet of geen verzet?

 

De meeste mensen probeerden keuzes te vermijden en onopvallend te zijn, sommige mensen profiteerden van de berzetter en sommige zworen trouw aan het Nationaal-Socialisme. Andere gingen in het actieve verzet, een levensgevaarlijke onderneming.

 

Tienduizenden mensen kozen tijdens de bezetting voor actief verzet tegen de nazi’s. Ze saboteerden acties van de nazi’s en hielpen Joden en andere mensen die de nazi’s zochten onder te duiken. Het verzet was levensgevaarlijk werk dat na de oorlog in verschillende speelfilms is geportretteerd.

 

Verzetsvrouw Joke Folmer.

 

Achteraf gezien kunnen we zeggen dat het Nederlandse verzet nauwelijks van invloed geweest is op het verloop van de oorlog of de bezetting. Aan de andere kant overleefden veel mensen de oorlog dankzij het verzet (onderduiken) en gaf het hoop voor de bevolking waardoor de bezetting moreel overleefd werd.

Poster van de Nederlandse Unie.

 

4.5 De tussenweg, de Nederlandse Unie

In de eerste oorlogsmaanden diende zich een voor velen een aanlokkelijk alternatief voor de NSB aan: de Nederlandse Unie.

 

De Nederlandse Unie was een initiatief van drie prominente mannen: Hans Linthorst Homan, de Commissaris van de Koningin in Groningen, Jan de Quay, een Brabantse hoogleraar in de psychologie, en de Rotterdamse hoofdcommissaris van de politie Louis Eindhoven.

 

De Nederlandse Unie

 

Zij lanceerden op 24 juli 1940 een oproep tot het Nederlandse volk, in de vorm van een manifest. Uitgangspunt van de Nederlandse Unie was om, met erkenning van de nieuwe situatie, eensgezind te strijden voor het behoud van de Nederlandse waarden en voor vernieuwing van de maatschappij. Dat was een uitgangspunt waar je alle kanten mee op kon, maar voor heel veel Nederlanders voelde dit initiatief toch aan als een protest tegen de NSB, en daarmee tegen de Duitse bezetter.

De Nederlandse Unie had binnen een week waarschijnlijk al iets van 200.000 leden en zou er op het hoogtepunt 800.000 hebben. Vergeleken met het maximum van 100.000 leden dat de NSB haalde, was dit een erg hoog aantal.

 

Test Hoofdstuk 4