Gedrag & Huisvesting gerbil

Het gedrag van de gerbil is goedaardig. Gerbils worden ook woestijnratten genoemd, maar ze zijn meer verwant aan hamsters dan aan ratten. De gerbil die het meest als huisdier gehouden wordt, is de Mongoolse gerbil. Van nature komt die voor in de halfwoestijnen van Mongoliƫ, waar slangen en roofvogels zijn vijanden zijn. Bij dreigend gevaar trommelen gerbils met hun achterpoten om andere gerbils van de kolonie te waarschuwen. Gerbils slapen een paar uur en zijn dan weer een paar uur wakker. Het zijn dus geen echte dag- of nachtdieren. Gerbils zijn nieuwsgierige en intelligente diertjes. Ze kunnen snel tam worden, bijten in principe niet en kunnen hun eigenaar leren herkennen. Gerbils laten zich goed oppakken, maar ze zijn te beweeglijk als knuffeldier. Graven en springen doen gerbils graag en ze knagen meer dan andere knaagdieren. Ze kunnen goed tegen stress en het gedrag van de gerbil is heel sociaal. Meerdere mannetjes of meerdere vrouwtjes bij elkaar is aan te raden. Tot 6 of 7 weken zijn ze te koppelen, daarna is het moeilijk om ze bij elkaar te zetten. Een mannetje kan niet met meerdere vrouwtjes samen. Bij een groep gerbils is het beter om maar 1 huisje neer te zetten, om territoriaal gedrag van de gerbil te voorkomen. Ze kunnen hierdoor ook niet samen met een andere diersoort; gerbils zullen hun territorium fel verdedigen.

 

Gerbils zijn gemakkelijk te huisvesten. Drie dingen waar je rekening mee moet houden:

Wil je de gerbil zijn natuurlijk gedrag een beetje respecteren, dan kan je de dieren het beste in een glazen bak huisvesten. Een oud aquarium is zeer geschikt. Een bak met afmetingen 60 x 40 x 50 centimeter is zeer geschikt voor drie tot vier gerbils of een fokpaartje of trio. Het deksel moet zwaar zijn, zodat de dieren het niet kunnen verplaatsen. Ook moet het deksel zo zijn vervaardigd dat de gerbils het niet kunnen kapot knagen.

Op de bodem kan je best een flinke laag bodembedekking leggen. Hoe dikker de bodembedekker, hoe beter voor de gerbils. Een bodembedekking met een minimale dikte van tien centimeter is een must. Wanneer u een gerbil in een opendraadkooi wil houden, zal deze met zijn graafwerkzaamheden  de eigenaar tot waanzin drijven.

Als bodembedekker is aubiose (hennepstrooisel) zeer aan te raden:

Je kan ook een combinatie van houtkrullen en hooi gebruiken, hoewel sommige gerbils voor het hout allergisch kunnen zijn. Dit uit zich meestal in niezen en snotteren. Wanneer men aubiose gebruikt als bodembedekker in combinatie met wat hooi, heeft men meestal geen zandbad meer nodig.

Gerbils moeten zich evenals chinchilla's en degoes geregeld baden om de pels vetvrij te houden. Eenmaal daags zal men de dieren dus een schaal moeten aanbieden met zand. Chinchilla- en schelpenzand voor vogels zijn beide geschikt. Richt de kooi verder in met houten takken, vogelnestkasjes, takken, enzovoort.

Mooi ingericht gerbilverblijf maar erg weinig bodembedekking