Het werkstuk wordt met het onderstaande schema beoordeeld. Aan de linkerkant staan vijf dimensies waarop het eindresultaat wordt beoordeeld. Per onderdeel kan een leerling 1, 2 of 3 punten behalen. Door de punten bij elkaar te tellen stelt u de eindscore vast. Uiteraard kunt u naar eigen inzicht beoordelingsdimensies toevoegen, bijvoorbeeld voor de lay-out van het werkstuk. Voor de leerling is het belangrijk om dit vooraf kenbaar te maken.
- bij 5 - 9 punten is het resultaat onvoldoende
- bij 10 - 13 punten is het resultaat goed
- bij 14 en meer punten is het resultaat goed en kan misschien zelfs als voorbeeld dienen.
Onvoldoende (1 punt) |
Gemiddeld (2 punten) |
Goed werk (3 punten) |
Score 1, 2 of 3
|
|
Informatie
|
Het werkstuk informeert de lezer onvoldoende over het onderwerp.
|
Het werkstuk informeert de lezer voldoende over het onderwerp.
|
Het werkstuk informeert de lezer uitgebreid over het onderwerp.
|
|
Hoofdvragen
|
Het werkstuk geeft antwoord op één van de vijf hoofdvragen.
|
Het werkstuk geeft antwoord op drie van de vijf hoofdvragen.
|
Het werkstuk geeft antwoord op alle vijf hoofdvragen.
|
|
Eigen vraag
|
er is geen eigen vraag aan het werkstuk toegevoegd.
|
er is één eigen vraag aan het werkstuk toegevoegd.
|
er zijn twee eigen vragen aan het werkstuk toegevoegd.
|
|
Schrijfstijl
|
Het werkstuk is niet prettig om te lezen. De opbouw van het verhaal is niet helder.
|
Het werkstuk is goed te lezen. De opbouw van het verhaal had beter gekund.
|
Het werkstuk was prettig te lezen. Het verhaal is goed opgebouwd.
|
|
Spelling/grammatica
|
Het werkstuk bevat nog veel taal- en grammaticafouten.
|
Het werkstuk bevat weinig taal- en grammatica fouten.
|
Het werkstuk bevat nauwelijks taal- en grammatica fouten.
|
|
Totaalscore
|