3. Werkwijze

  1. Je leeest de opdracht goed door (zie: Taak )

  2. Je verdeelt het werk onder elkaar: Wie zoekt wat op?

  3. Je zoekt de gewenste informatie op op het internet. (zie: Bronnen )

  4. Je schrijft de antwoorden neer op een cursusblad of in een Worddocumentje.

?