2. Taak

A. Maak de inleidende opdrachten (zie Werkwijze), vertaal het gedicht
     met behulp van een woordenboek en herschrijf dit gedicht in je
     eigen woorden.

B. Beantwoord de volgende vragen:

1. Hoe voelt Catullus zich bij het schrijven van dit gedicht ? Licht de
    keuze van je antwoord met enkele zinnen toe.

2. Vertel wie Catullus met Lesbia bedoelt. Zoek het antwoord op of in de
    secundaire literatuur uit de mediatheek of via internet.

3. De Romeinse staatsman, filosoof en redenaar Cicero heeft in zijn
    redevoering
Pro Caelio vaak de naam Clodia genoemd. Wat is het
    verband tussen Catullus' Lesbia en Cicero's Clodia ? Licht je
    antwoord met enkele zinnen toe.

4. Geef voorbeelden uit de receptiegeschiedenis van Catullus:
  
 a.) uit de literatuur 
   b.) uit de muziek  
   c.) uit de schilder- of beeldhouwkunst. Noem telkens je bronnen.

?