Hier vind je de beoordelingscriteria waaraan al je taken aan moeten voldoen. Je kunt precies zien waar je bij de taken op moet letten, zodat je een goede beoordeling krijgt.
Beoordelingsschema taak 1
Beoordelingsschema taak 2
Eindtermen niveau A2
Beoordeling taak 1: Gezond eten
|
Goed |
Voldoende |
Onvoldoende |
Verantwoording gezond eten. |
Er worden punten aangedragen ter verbetering van hun eetgewoonte. Deze zijn niet klakkeloos overgeschreven vanuit de uitkomst die ze gekregen hebben. |
Er worden punten aangedragen ter verbetering van hun eetgewoonte, maar deze lijken erg veel op de uitkomst die uit de test kwam. Eigen initiatief is er (te) weinig. |
Er worden geen punten aangedragen ter verbetering van het eetpatroon, terwijl dit wel aan gegeven staat bij de uitkomst van de test. |
Het eetschema |
3 dagen ingevuld. |
2 dagen ingevuld. |
Minder dan 2 dagen ingevuld. |
Gezond gerecht |
Het gerecht is gezond en gezond bereid (bijv olie i.p.v. boter). |
Het is een redelijk gezond gerecht, maar het is niet op de gezonde wijze bereid (bijvoorbeeld boter i.p.v. olie). |
Het gerecht is niet gezond. Het is bijvoorbeeld gefrituurd. Of de ingrediënten zijn niet gezond. |
Presentatie gezond gerecht |
Goede informatie geven over de producten die in het gerecht zitten. |
De informatie die gegeven wordt, is summier. Je weet niet alle producten die erin zitten. |
Er wordt niet verteld welke producten er in het eten zitten. |
Spelling |
De spelling voldoet aan de eindtermen van het niveau van de cursist (minimaal A2). |
De spelling laat te wensen over. De cursist scoort net onder zijn eindtermen voor spelling. |
De cursist scoort ver beneden de maat als het gaat om de eindtermen die voor hem/haar gelden. |
Verstaanbaarheid |
De presentatie wordt goed begrepen en verstaan door alle cursisten (dus ook de cursisten op A2) en de docent(en). |
De presentatie wordt goed begrepen, maar niet op beide niveaus (A2 en B1). |
De presentatie is niet goed te verstaan door beide groepen. Het is te moeilijk, te makkelijk, of er wordt te zacht gesproken. |
Beoordeling taak 2: Het zorgsysteem in Nederland
|
Goed |
Voldoende |
Onvoldoende |
Verschillen benoemen |
Er worden minimaal 5 verschillen tussen het zorgsysteem in Nederland en het zorgsysteem in het eigen land benoemd. |
Er worden erg weinig (minder dan 5, maar minimaal 3) verschillen tussen het zorgsysteem in Nederland en het zorgsysteem in het eigen land benoemd. |
Er worden minder dan 3 verschillen tussen het zorgsysteem in Nederland en het zorgsysteem in het eigen land benoemd. |
Presentatie |
Er is zorg gedragen aan de presentatie. Het ziet er leuk uit. Het is een originele manier van presenteren. |
Er is zorg gedragen aan de presentatie, het ziet er redelijk leuk uit, maar de manier van presenteren is niet (echt) origineel (Het is bijvoorbeeld klakkeloos van een papiertje aflezen). |
Er is weinig zorg gedragen aan de presentatie, ziet er niet leuk uit en de manier van presenteren is niet origineel. |
Verstaanbaarheid |
De presentatie wordt goed begrepen en verstaan door alle cursisten (dus ook de cursisten op A2) en de docent(en). |
De presentatie wordt goed begrepen, maar niet op beide niveaus (A2 en B1). |
De presentatie is niet goed te verstaan door beide groepen. Het is te moeilijk, te makkelijk, of er wordt te zacht gesproken. |
Spelling |
De spelling voldoet aan de eindtermen van het niveau van de cursist (minimaal A2). |
De spelling laat te wensen over. De cursist scoort net onder zijn eindtermen voor spelling. |
De cursist scoort ver beneden de maat als het gaat om de eindtermen die voor hem/haar gelden. |
Basisgebruiker niveau A2 (van website www.siea.nl)
De deelnemer kan:
luisteren begrijpt de belangrijkste punten van korte en eenvoudige
boodschappen en aankondigingen als er langzaam en duidelijk
gesproken wordt.
lezen kan korte en eenvoudige teksten lezen over concrete onderwerpen
uit de eigen werk- of leefomgeving.
gesprekken voeren kan korte gesprekken voeren in standaardsituaties. Hij/zij
kan vragen stellen en beantwoorden en ideeën en informatie uitwisselen
over vertrouwde onderwerpen in voorspelbare, alledaagse situaties.
spreken kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven van
mensen, leef- en werkomstandigheden, dagelijkse routines enzovoort.
schrijven kan korte, informele briefjes schrijven en boodschappen noteren in
telegramstijl.
?