5. Beoordeling

Hier vind je de beoordelingscriteria waaraan al je taken aan moeten voldoen. Je kunt precies zien waar je bij de taken op moet letten, zodat je een goede beoordeling krijgt.

Beoordelingsschema taak 1

Beoordelingsschema taak 2
Eindtermen niveau A2

Beoordeling taak 1: Gezond eten

 

 

 

Goed

Voldoende

Onvoldoende

Verantwoording gezond eten.

Er worden punten aangedragen ter verbetering van hun eetgewoonte. Deze zijn niet klakkeloos overgeschreven vanuit de uitkomst die ze gekregen hebben.

Er worden punten aangedragen ter verbetering van hun eetgewoonte, maar deze lijken erg veel op de uitkomst die uit de test kwam. Eigen initiatief is er (te) weinig.

Er worden geen punten aangedragen ter verbetering van het eetpatroon, terwijl dit wel aan gegeven staat bij de uitkomst van de test.

Het eetschema

3 dagen ingevuld.

2 dagen ingevuld.

Minder dan 2 dagen ingevuld.

Gezond gerecht

Het gerecht is gezond en gezond bereid (bijv olie i.p.v. boter).

Het is een redelijk gezond gerecht, maar het is niet op de gezonde wijze bereid (bijvoorbeeld boter i.p.v. olie).

Het gerecht is niet gezond. Het is bijvoorbeeld gefrituurd. Of de ingrediënten zijn niet gezond.

Presentatie gezond gerecht

Goede informatie geven over de producten die in het gerecht zitten.

De informatie die gegeven wordt, is summier. Je weet niet alle producten die erin zitten.

Er wordt niet verteld welke producten er in het eten zitten.

Spelling

De spelling voldoet aan de eindtermen van het niveau van de cursist (minimaal A2).

De spelling laat te wensen over. De cursist scoort net onder zijn eindtermen voor spelling.

De cursist scoort ver beneden de maat als het gaat om de eindtermen die voor hem/haar gelden.

Verstaanbaarheid

De presentatie wordt goed begrepen en verstaan door alle cursisten (dus ook de cursisten op A2) en de docent(en).

De presentatie wordt goed begrepen, maar niet op beide niveaus (A2 en B1).

De presentatie is niet goed te verstaan door beide groepen. Het is te moeilijk, te makkelijk, of er wordt te zacht gesproken.

Beoordeling taak 2: Het zorgsysteem in Nederland

 

 

 

Goed

Voldoende

Onvoldoende

Verschillen benoemen

Er worden minimaal 5 verschillen tussen het zorgsysteem in Nederland en het zorgsysteem in het eigen land benoemd.

Er worden erg weinig (minder dan 5, maar minimaal 3) verschillen tussen het zorgsysteem in Nederland en het zorgsysteem in het eigen land benoemd.

Er worden minder dan 3 verschillen tussen het zorgsysteem in Nederland en het zorgsysteem in het eigen land benoemd.

Presentatie

Er is zorg gedragen aan de presentatie. Het ziet er leuk uit. Het is een originele manier van presenteren.

Er is zorg gedragen aan de presentatie, het ziet er redelijk leuk uit, maar de manier van presenteren is niet (echt) origineel (Het is bijvoorbeeld klakkeloos van een papiertje aflezen).

Er is weinig zorg gedragen aan de presentatie, ziet er niet leuk uit en de manier van presenteren is niet origineel.

Verstaanbaarheid

De presentatie wordt goed begrepen en verstaan door alle cursisten (dus ook de cursisten op A2) en de docent(en).

De presentatie wordt goed begrepen, maar niet op beide niveaus (A2 en B1).

De presentatie is niet goed te verstaan door beide groepen. Het is te moeilijk, te makkelijk, of er wordt te zacht gesproken.

Spelling

De spelling voldoet aan de eindtermen van het niveau van de cursist (minimaal A2).

De spelling laat te wensen over. De cursist scoort net onder zijn eindtermen voor spelling.

De cursist scoort ver beneden de maat als het gaat om de eindtermen die voor hem/haar gelden.

Basisgebruiker niveau A2 (van website www.siea.nl)

De deelnemer kan:

luisteren               begrijpt de belangrijkste punten van korte en eenvoudige  
                            boodschappen en aankondigingen als er langzaam en duidelijk
                            gesproken wordt.

lezen                    kan korte en eenvoudige teksten lezen over concrete onderwerpen
                            uit de eigen werk- of leefomgeving.

gesprekken          voeren kan korte gesprekken voeren in standaardsituaties. Hij/zij
                            kan vragen stellen en beantwoorden en ideeën en informatie uitwisselen
                            over vertrouwde onderwerpen in voorspelbare, alledaagse situaties.

spreken                kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven van
                            mensen, leef- en werkomstandigheden, dagelijkse routines enzovoort.

schrijven              kan korte, informele briefjes schrijven en boodschappen noteren in
                            telegramstijl.

?