5. Beoordeling

Hieronder vind je de beoordelingcriteria van de taken. Per taak staat er één tabel. Alle opdrachten worden beoordeeld op lay-out en spelling. Daarnaast wordt nog specifiek naar de opdracht zelf gekeken. Dit is per taak verschillend. Lees deze beoordeling goed door voordat je begint aan de taak.

Als je meteen naar de beoordelingcriteria van jouw taak wilt gaan, kun je hieronder op een van de hyperlinks klikken:

Beoordeling taak 1 Sinterklaas
Beoordeling taak 2 Koninginnedag
Beoordeling taak 3 Bevrijdingsdag

 

Beoordeling taak 1 Sinterklaas

 

 

 

 

Goed

Voldoende

Onvoldoende

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gedicht

 

 

Er zijn minimaal 5 rijmparen*, dus 10 regels.
De regels rijmen op elkaar.
Alle informatie staat erin (welk feest, datum, tijdstip, plaats)

Er zijn minimaal 5 rijmparen*, dus 10 regels.
Niet alle regels rijmen op elkaar.
Er ontbreekt één onderdeel van de informatie.

Er zijn minder dan 5 rijmparen.
Niet alle regels rijmen op elkaar.
Er ontbreken meerdere onderdelen van de informatie.

Quiz

 

 

Er zijn 25 vragen gemaakt.
Er zijn 25 antwoorden gemaakt.
De vragen gaan over iets dat met Sinterklaas te maken heeft.
De vragen en antwoorden zijn op aparte pagina’s uitgewerkt.

Er zijn 18 tot 25 vragen gemaakt.
Er zijn 18 tot 25 antwoorden gemaakt.
De vragen gaan over iets dat met Sinterklaas te maken heeft.
De vragen en antwoorden zijn op aparte pagina’s uitgewerkt.

Er zijn minder dan 18 vragen gemaakt.
Er zijn minder dan 18 antwoorden gemaakt.
De vragen gaan over iets dat met Sinterklaas te maken heeft.
De vragen en antwoorden zijn niet op aparte pagina’s uitgewerkt.

Spelling

 

 

De spelling voldoet minimaal aan de eindtermen voor niveau A2**

De spelling voldoet niet aan de eindtermen voor niveau A2, maar zit tussen A1 en A2 in.

De spelling voldoet niet aan de eindtermen.

Uiterlijk (lay-out)

 

 

De rijmende regels zijn duidelijk te herkennen.
De lay-out is aantrekkelijk met bijvoorbeeld plaatjes of verschillende tekstkleuren, maar niet te druk.
De vragen staan los van elkaar (witregels ertussen), zo ook de antwoorden.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de rijmende regels.
De lay-out is aantrekkelijk met bijvoorbeeld plaatjes of verschillende tekstkleuren, maar te druk.
De vragen staan niet los van elkaar (witregels ertussen), zo ook de antwoorden.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de rijmende regels.
Er is geen aantrekkelijke lay-out gebruikt.
De vragen staan niet los van elkaar (witregels ertussen), zo ook de antwoorden.

* Rijmparen zijn twee woorden die op elkaar rijmen, bijvoorbeeld: 
   Sint zat te denken,
 wat hij Piet zou
schenken
** Onderaan deze pagina vindt u de eindtermen voor niveau a2 terug. Klik hier om ernaar toe te gaan.

 

 


Beoordeling taak 2 Koninginnedag

 

 

 

 

Goed

Voldoende

Onvoldoende

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spellen

 

 

Er zijn 6 spellen uitgewerkt.
Bij elk spel is een duidelijke uitleg gegeven.
Elk spel heeft een plaatje erbij.

Er zijn 6 spellen uitgewerkt.
Bij sommige spellen is de uitleg niet duidelijk genoeg.
Elk spel heeft een plaatje erbij.

Er zijn minder dan 6 spellen uitgewerkt.
De uitleg ontbreekt bij spellen.
De uitleg is niet duidelijk genoeg.
Er staat geen plaatje bij het spel.

Spelling

 

 

De spelling voldoet minimaal aan de eindtermen voor niveau A2**

De spelling voldoet niet aan de eindtermen voor niveau A2, maar zit tussen A1 en A2 in.

De spelling voldoet niet aan de eindtermen.

Uiterlijk (lay-out)

 

 

Er is een titelpagina gemaakt.
Er is een inhoudsopgave aanwezig.
De spellen staan ieder op een aparte pagina.
De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren, titels, maar niet te druk.

Er is een titelpagina gemaakt.
Er is een inhoudsopgave aanwezig.
De spellen staan niet allemaal op een aparte pagina.
De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren, titels, maar TE druk.

Er is geen titelpagina gemaakt.
De inhoudsopgave ontbreekt.
De spellen staan niet allemaal op een aparte pagina.
De lay-out is niet aantrekkelijk gemaakt.

 

 

Beoordeling taak 3 Bevrijdingsdag

 

 

 

 

Goed

Voldoende

Onvoldoende

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Interview

 

 

De vragen gaan over het onderwerp Bevrijdingsdag.
Uit de vragen blijkt dat er naar de theorie gekeken is.
De vragen zijn opbouwend gesteld.
Er zijn 6 personen geïnterviewd.

 

 

De vragen gaan over het onderwerp Bevrijdingsdag.
Uit de vragen blijkt dat er van tevoren naar de theorie is gekeken.
De vragen zijn niet opbouwend gesteld.
Er zijn 5 personen geïnterviewd.

De vragen wijken te ver af van het onderwerp Bevrijdingsdag.
De theorie is niet terug te vinden in de gestelde vragen.
Er zijn minder dan 5 personen geïnterviewd.

Spelling

 

 

De spelling voldoet minimaal aan de eindtermen voor niveau A2**

De spelling voldoet niet aan de eindtermen voor niveau A2, maar zit tussen A1 en A2 in.

De spelling voldoet niet aan de eindtermen.

Uiterlijk (lay-out)

 

 

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren, titels, maar niet te druk.

De lay-out is aantrekkelijk gemaakt met plaatjes, kleuren, titels, maar TE druk.

De lay-out is niet aantrekkelijk gemaakt.

 

 

Eindtermen A2 (afkomstig van www.siea.nl)

Het Europees Raamwerk
In 1998 is door de Raad van Europa het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen ontwikkeld (Europees Raamwerk). Een belangrijk doel van het Europees Raamwerk is talenkennis in landen van de Europese Unie onderling vergelijkbaar maken. Het Europees Raamwerk onderscheidt drie hoofdniveaus:

A  Basisgebruiker
B  Vaardig gebruiker
C  Onafhankelijk gebruiker

De hoofdniveaus zijn onderverdeeld in de volgende subniveaus: A1, A2, B1, B2, C1, C2 voor de vaardigheden lezen, schrijven, luisteren, spreken en gesprekken voeren.
Om het inburgeringstraject succesvol af te ronden dient de deelnemer de Nederlandse taal op niveau A2 te beheersen voor alle vaardigheden (oudkomers schrijven niveau A1).

Hieronder volgt een korte beschrijving van de vaardigheden met betrekking tot het niveau A2 volgens het Europees Raamwerk:
Basisgebruiker niveau A2

De deelnemer
:

luisteren
begrijpt de belangrijkste punten van korte en eenvoudige boodschappen en aankondigingen als er langzaam en duidelijk gesproken wordt

lezen
kan korte en eenvoudige teksten lezen over concrete onderwerpen uit de eigen werk- of leefomgeving

gesprekken
kan korte gesprekken voeren in standaardsituaties. Hij/zij kan vragen stellen en beantwoorden en ideeën en informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen in voorspelbare, alledaagse situaties.

spreken
kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven van mensen, leef- en werkomstandigheden, dagelijkse routines enzovoort

schrijven 
kan korte, informele briefjes schrijven en boodschappen noteren in telegramstijl.

?