1. Inleiding

Nederlandse feesten

Zoals elk land heeft ook Nederland zijn eigen feesten. Sinterklaas, Koninginnedag en Bevrijdingsdag. Natuurlijk zijn er nog veel meer feesten die worden gevierd, maar hebben meestal een link met het Christendom.
Jij gaat je verdiepen in de 3 Nederlandse feesten en de gebruiken die daarbij horen.
Hieronder krijg je eerst per feest wat meer informatie:


Sinterklaas (5/6 december)
Sinterklaas is van oorsprong een feest omtrent de heilige Sint Nicolaas. Sinds ±1850 wordt verteld dat Sinterklaas uit Spanje komt.
Ongeveer twee weken vóór 5 december komt hij met zijn stoomboot aan in Nederland. Voor de aankomst wordt elk jaar een andere stad uitgekozen. Sinterklaas neemt ook altijd zijn zwarte Pieten en zijn witte paard Americo mee.

In die twee weken mogen kinderen ´s avonds hun schoen zetten. In de schoen doen ze een wortel of hooi voor het paard. De volgende morgen is de wortel weg en zit er snoepgoed in de schoen. Er zijn verschillende soorten snoepgoed: pepernoten, speculaas, schuimpjes en chocolade letters zijn een goed voorbeeld.

Sinterklaas en zwarte Piet hebben speciale kleding aan.
Sinterklaas draagt een mijter, mantel en heeft een staf en een boek in zijn handen.
Zwarte Piet draagt een gekleurde korte broek, jasje en een muts met een veer. Hij heeft ook bijna altijd een zak met snoepgoed bij zich. Vroeger had hij ook een roe, waar stoute kinderen mee werden geslagen. Nu heeft hij deze niet meer.

Op 5 december is het pakjesavond. Dit is de avond waarop de meeste mensen Sinterklaas vieren. Iedereen krijgt dan cadeautjes van elkaar. Vaak maken mensen ook een surprise voor elkaar. Er wordt van tevoren geloot wie voor wie een surprise moet maken. Gezinnen met kleine kinderen vieren Sinterklaas meestal op 6 december. ´s Morgens staan dan de cadeautjes klaar voor de kinderen.

Rond Sinterklaastijd kun je overal in de winkels sinterklaasliedjes horen. Enkele liedjes zijn: Zie ginds komt de stoomboot, Zie de maan schijnt door de bomen, Sinterklaas is jarig en Oh kom er eens kijken.


Koninginnedag (30 april)

Op 30 april viert men in Nederland de verjaardag van de koningin. Deze dag wordt Koninginnedag genoemd. Eigenlijk is 30 april de verjaardag van koningin Juliana (de moeder van koningin Beatrix), maar toen Beatrix op 30 april 1980 koningin werd, wilde ze deze dag behouden als Koninginnedag.
Elk jaar bezoekt de koninklijke familie op deze dag een andere stad. Tijdens het bezoekje doen ze mee aan Oud-Hollandse spelletjes (zoals koekhappen, spijkerpoepen en zaklopen), kijken ze naar optredens van groepen (dansgroepen, koren, toneel) en houdt de koningin een toespraak.
In de rest van het land wordt ook feest gevierd. Op veel plaatsen zijn vrijmarkten (je hoeft dan geen vergunning te hebben om spullen te verkopen op straat), spellenmiddagen, grote optredens van bekende Nederlanders. In Amsterdam is meestal een heel groot feest.
De nacht voor Koninginnedag wordt koninginnenacht genoemd. Tijdens deze nacht zijn er ook in veel steden allerlei optreden en zijn de cafés langer open. Veel mensen vieren de hele nacht door feest.


Bevrijdingsdag (5 mei)

Op bevrijdingsdag wordt de bevrijding van Nederland gevierd. In 1940-1945 vond de tweede wereldoorlog plaats. Nederland was toen in bezit van de Duitsers. Op 5 mei 1945 was Nederland helemaal bevrijd.
Elk jaar wordt op de avond voorafgaand aan bevrijdingsdag de nationale dodenherdenking gehouden. In Nederland herdenken we op deze dag alle doden die zijn gestorven voor Nederland. Dus bijvoorbeeld ook de Nederlandse soldaten die in Afghanistan, Irak of tijdens andere missies zijn gestorven. De koningin legt elk jaar op 4 mei een krans bij de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam.
Op 5 mei vieren we het zogenoemde Feest van de Vrijheid. In veel steden worden bevrijdingsfestivals gehouden. Op die festivals wordt ook actie gehouden voor de situatie in andere landen. Amnesty International voert op deze dag bijvoorbeeld altijd actie.