Bedenk wat je hem / haar wil laten zien: toeristische dingen, nuttige info (bilbiotheek, bank, politie), sportfaciliteiten, openbaarvervoer, uitgaansgelegenheden, leuke winkels ... enz.
Markeer de locaties op de plattegrond.
Markeer het beginpunt en het eindpunt. Teken de route.
Bedenk 50 Franse vragen.Je mag meerdere vragen over 1 locatie stellen. Maak gesloten vragen (a,b,c...) en open vragen (de leerling moet zelf het antwoord bedenken). Zorg voor afwisseling in de vragen (qui, que, quand où, combien, à quelle heure, pourquoi, est-ce que...).
Maak van iedere locatie een goede foto zodat de leerling de plek herkent.