Opdracht 2

 

 Gebruik bij opdracht 2 de cijfers die staan bij:Buitenlandse vakanties naar bestemmingsland

 A. Zet de gegevens per land/gebied vanaf het jaar 2005 tot en met 2009 in een tabel. Dit zijn dus 5 tabellen.

B. Maak per land een kolomgrafiek op basis van indexcijfers over de jaren 2005 tot en met 2009. (2005 is het basisjaar), zodat je de ontwikkeling per land kunt zien. In de 5 grafieken komen dus de jaren en de indexcijfers, niet de getallen zelf.
Je moet dus voor elk land een tabel en een grafiek maken.

Uiteraard zorg je er voor dat de grafieken duidelijk zijn en fraai opgemaakt. Let op: je dient per grafiek een andere opmaak te maken. In ieder geval heb je steeds een opmaak van grafiekgebied, tekengebied en gegevensreeks, heeft de grafiek een relevante titel en hebben de assen een relevante naam.

C. Bereken het gemiddeld aantal bezoekers per land over de jaren 2005 tot en met 2009.
Zet dit gemiddelde naast de tabel per land met behulp van de juiste excel-formule.

D. Beantwoord de volgende vragen:
a. Welke land heeft de sterkste stijging van bezoekende toeristen (in procenten ten opzichte van het basisjaar)
b. Welke land is het meest achteruit gegaan of het minst vooruit (in procenten van het basisjaar).

Noteer je antwoord onder de grafieken (gewoon typen in een cel).

E.  Geef het tabblad de naam Opdracht 2