2. Taak

Ontwikkel je eigen kledinglijn

Je hebt je eigen kledinglijn ontwikkeld en op de markt gebracht. Daar kwam heel wat bij kijken. Zo kreeg je te maken met Europese wetten en regels.

De Europese Unie heeft een grote interne markt. Dat betekent dat je spullen heel gemakkelijk in alle landen van de EU kunt verkopen, want de meeste regels zijn in alle EU lidstaten hetzelfde.

Wil je je producten in een andere EU-lidstaat verkopen, dan hoef je geen invoerrechten (een soort belasting) te betalen. Invoerrechten zijn binnen de EU afgeschaft. Er wonen in de Europese Unie meer dan 480 miljoen mensen en dus ook 480 miljoen mogelijke klanten. Dat is een hele grote afzetmarkt voor jouw kleding!

Opdracht 1 - Een kleding ontwikkelen.
Als je een nieuw kledingstuk op de markt wil brengen, moet je verschillende stappen nemen. De volgorde van die stappen is dan wel belangrijk. Bij het werken met de CD-ROM heb je een aantal keuzes gemaakt. Weet je nog wat het meest logische stappenplan is als je een eigen kledinglijn gaat ontwikkelen?

1. Stof kopen - Kledingstukken ontwerpen - Produceren - Merknaam registeren - Verkopen
2. Merknaam registeren - Kledingstuk ontwerpen - Stof kopen - Produceren - Verkopen
3. Kledingstuk ontwerpen - Merknaam registeren - Produceren - Stof kopen - Verkopen
4. Merknaam registeren - Stof kopen - Kledingstuk ontwerpen - Verkopen - Produceren
5. Merknaam registeren - Kledingstuk ontwerpen - Produceren - Stof kopen - Verkopen

  1. Wat is volgens jou het meest logische stappenplan als je een eigen kledinglijn gaat ontwikkelen?

N.B. Bij het beantwoorden van vraag 1 moet je jouw keuze toelichten. Uit jouw antwoord moet duidelijk blijken waarom jij welke stappen hebt genomen.


Opdracht 2 - Merknaam
Als kledingontwerper heb je een nieuwe naam bedacht voor jouw kledinglijn. Als het goed is, heb je deze merknaam ook laten registeren. De naam van een bestaand merk mag je niet gebruiken.
  1. Leg uit waarom je geen merknaam kunt laten registeren die al bestaat?
  2. Leg uit waarom het voor jou zelf belangrijk is om je merknaam te registeren.
  3. Voeg de plaatjes toe met betrekking tot de keuze van jouw naam zoals afgebeeld op de CD-ROM. 
  4. Voeg het plaatje toe met betrekking tot het ontwerp van jouw kledingstuk.

N.B. Geef duidelijk en uitvoerig antwoord op de vragen 2.1 en 2.2. Gebruik eventueel voorbeelden om jouw antwoord te verduidelijken.



Opdracht 3 - Productie
Je wilt een nieuw kledingstuk op de Europese markt brengen. Dit kledingstuk moet eerst gemaakt worden. Je moet stof inkopen en uitzoeken in welk land je het kledingstuk wilt laten maken. Je wilt die kosten natuurlijk zo laag mogelijk houden.
 
  1. Waar moet je op letten als je stof gaat inkopen?
  2.  Waar moet je op letten als je een land kiest waar de kleding wordt gemaakt?
  3. Op de CD-ROM kon je kiezen voor een fabriek in Brazilië, China of Cyprus. Welk land heb jij gekozen en waarom?
  4. In deze drie landen kon je ook stof inkopen. In welk land heb jij stof ingekocht en waarom?

N.B. Bij opdracht 3.1: duidelijk aangeven wat jouw redenen zijn om stof wel of niet te kopen. Gebruik hiervoor eventueel een lesboek van economie.

Bij opdracht 3.2: Behalve economische redenen mag je ook maatschappelijke redenen aanvoeren. Hiervoor kun je natuurlijk terecht op internet of vraag het jouw docent Maatschappijleer.

Bij opdracht 3.3. Bij deze vraag moet je duidelijk de redenen aangeven. Verduidelijk je redenen met een voorbeeld.

Bij opdracht 3.4. Geef jouw economische en maatschappelijke redenen.



Opdracht 4 - Verkoop
Als je de kleding klaar is, gaat die naar de winkel om te worden verkocht. Met de verkoop van de kleding wil je in ieder geval de kostprijs terugverdienen. Om je kledingstuk goed te verkopen moet je je klanten kennen. Kopen mensen in heel Europa dezelfde soort kleding? Op de CD-ROM was de Europese markt verdeeld in vier gebieden: Noord-, Oost-, West- en Zuid-Europa.


Je wilt natuurlijk winst maken met de verkoop van kleding. Je gaat daarom proberen zoveel mogelijk kledingstukken te verkopen, voor een zo hoog mogelijk prijs.
  1. Noem twee verschillen tussen deze Europese gebieden die van invloed zijn als mensen kleren gaan kopen.
  2. Noem drie redenen waarom iemand het kledingstuk niet zou willen kopen.
  3. Aan het eind van het seizoen heb je de balans opgemaakt. Heb je winst of verlies gemaakt? Wat was de uitkomst op de CD-rom? Heb je met de verkoop van jouw kledingstuk winst gemaakt of verlies geleden? En wat was daarvoor de reden?

N.B. Opdracht 4.1: Beschrijf de verschillen met behulp van twee voorbeelden.

Opdracht 4.2: Verduidelijk dit antwoord met behulp van voorbeelden.

Opdracht 4.3: De beantwoording van deze vraag verdient een zeer uitgebreid antwoord. Geef zoveel mogelijk informatie eventueel met cijfers en argumenten waarom je winst of verlies hebt gemaakt. Geef ook verbeterpunten aan.


Opdracht 5 - Discussievragen
Je hebt gekozen voor een land waar je stof koopt. Ook heb je een land gekozen waar de fabriek komt te staan. Ben je het eens met de volgende stellingen? Waarom wel/niet?
  1. "Voor de kostprijs van het kledingstuk maakt het minder uit in welk land je de stof koopt dan in welk land de fabriek komt te staan."
  2. "Het is veel voordeliger om de kleding in een fabriek in een EU-land te produceren dan in een land buiten de Europese Unie."
  3. "Er wonen meer dan 480 miljoen mensen in de Europese Unie, maar het aantal mogelijke klanten is veel kleiner."

N.B. 5.1 en 5.2: Geef duidelijk met behulp van voorbeelden waarom je het wel of niet eens bent.

N.B. 5.3: Leg met behulp van een berekening uit waarom je het wel of niet eens bent met deze stelling.


Opdracht 6 - Onderzoeksopdracht
In grote kledingwinkels zie je op het prijskaartje naast de prijs voor Nederland ook vaak prijzen voor andere landen. Er staat niet bij elk land hetzelfde bedrag.

  1. Noem twee redenen waarom de bedragen kunnen verschillen.
  2. In welk deel van de Europese Unie zijn kledingstukken meestal het goedkoopst? Hoe kun je dat verklaren?

N.B. 6.1 en 6.2: Gebruik bij de beantwoording de informatie van de Cd-rom of van jouw tekstboek economie. Verduidelijk jouw antwoord met grafieken of tabellen.


Opdracht 7 - Uitvoering van het plan
Bij deze opdracht is het de bedoeling dat jullie het plan ook daadwerkelijk uit gaan voeren. Werk onderstaande punten goed uit. Het resultaat moet gepresenteerd worden. Elk koppel zal één kraam in gaan richten en zijn product(en) gaan presenteren. Alle opdrachten van vraag 7 zullen ook in jullie kraam komen te liggen.

Kies uit één van de volgende opdrachten:
  1. Print het plan dat jullie geschreven hebben in de vragen 1 tot en met 6 uit en presenteer deze ook in jullie kraam.
  2. Zorg er voor dat jullie kraam de aandacht trekt, denk dus goed na over hoe je het product gaat presenteren. Neem eventueel etaleerspullen mee van thuis. 
  3. In jullie etalage zullen jullie meerdere producten moeten presenteren die jullie gaan verkopen. Schets ook jullie toekomstige etalage. Hoe willen jullie dit in gaan richten? Maak hiervan een etalageschets. 
  4. Maak een uitnodiging op A5-formaat voor de informatiemarkt. Deze zal tijdens de markt ook in jullie kraam komen te liggen. Daarbij moeten jullie ook visitekaartjes en één draagtas ontwerpen met daarop jullie logo. 
  5. Welk verkoopsysteem willen jullie gaan toepassen: bediening, zelfbediening of semi-zelfbediening? Licht toe waarom jullie welk verkoopsysteem gekozen hebben. Als je niet weet wat de begrippen betekenen kun je dat opzoeken via Internet. 
  6. De klant zal het product moeten kopen bij jullie en niet bij de concurrent. Beschrijf wie jullie concurrenten zijn en wat de concurrenten verkopen. Als laatste geef je aan waarom de klant bij jullie moet zijn en niet bij de concurrent. 
  7. Beschrijf voor welke doelgroep het kledingstuk of het andere product bedoeld is. Hierbij moet je rekening houden met: het geslacht, leeftijd, hobby's, interesses en bestedingspatroon.
  8. Beschrijf door middel van de 5 P's jullie bedrijf. 

N.B. vraag 7.1 t/m 7.8: Werk alle vragen zorgvuldig uit. De uitwerkingen van deze vragen moeten ook in jullie kraam komen te liggen.

?