3. Werkwijze

Verwerkingsactiviteit:

 

Je gaat informatie opzoeken over een dier (uit de dierentuin) naar keuze.

Deze informatie die je verzamelt werk je uit in de vorm van een poster. Hier komen steekwoorden op te staan die passen bij het dier. Bij deze poster maak je een verslag.

De volgende dingen moeten zeker blijken uit de poster/ het verslag.

1.      Wat is de specifieke naam van dit dier?

2.      Waar leeft het dier normaal (bijv. in welk land)?

3.      In welke omgeving leeft het dier normaal (in een bos, in de sneeuw, in het water)?

4.      Wat eet het dier?

5.      Hoe groot is het dier?

6.      Hoe zwaar is het dier (ongeveer)?

7.      Welke kleur(en) heeft het dier?

8.      Hoe oud wordt het dier gemiddeld?

9.      Hoeveel jongen krijgt het dier per keer ongeveer?

10.  Zijn er nog bijzondere dingen aan het dier?

 

Je werkt de poster / het verslag uit, gebruik makend van de volgende stappen:

Zoek informatie over je dier.

Zorg dat je met deze informatie de 10 vragen kunt beantwoorden.

Zoek mooie plaatjes of foto’s van het dier en plak deze op je poster.

Schrijf (/ typ, print uit en plak) de informatie in steekwoorden op je poster.

Maak een verslag bij je poster waarin je de informatie over je dier verwerkt.

Je verslag bestaat uit minimaal 15 en maximaal 25 zinnen.

?