1. Inleiding

Je werkt op een groep waar jongeren wonen met een licht verstandelijke handicap.

De groep is behoorlijk zelfstandig en doet zoveel mogelijk zelf in het huishouden.

Volgende week komt er een nieuwe meisje, Karina, op de groep wonen.

Je hebt al een paar gesprekken gehad met de ouders en in een van die gesprekken hebben de ouders verteld dat hun dochter de ziekte coeliakie heeft.

Je weet wel dat bij deze ziekte mensen erg ziek kunnen worden van bepaalde etenswaren, maar hoe het nu precies zit weet je ook niet. Daarom heb je informatie opgevraagd bij de Nederlandse Coeliakie Vereniging.

De informatie heb je goed doorgelezen en je weet nu hoe belangrijk het is dat Karina geen gluten binnenkrijgt.

Je besluit een duidelijke instructie te schrijven voor je collega’s en één instructie voor de cliënten.  Deze moeten ze kunnen gebruiken bij het doen van boodschappen en het koken.