Theorie van de praktijk.
Digitale lesmethode.
Benodigdheden:
Computers met internetverbinding.
Het aantal beschikbare computers moet ten minste gelijk zijn aan het aantal leerlingen.
Voor extra opdracht: injectiespuit om Insuline mee toe te dienen
Doelstelling:
- De leerling is in staat om op zelfstandige wijze relevante informatie verzamelen van Internet
- De leerling kan beschrijven wat de werkwijze en het belang van een goede voorlichting wanneer Diabetes Mellitus bij een patient is gediagnostiseerd
- De leerling kan beschrijven wat het ziektebeeld Diabetes Mellitus inhoudt, welke rol Insuline hierbij speel en welke type Diabetes Mellitus er onderscheiden kunnen worden.
- De leerling kan oorzaak en klachten benoemen die een rol spelen bij dit ziektebeeld
- De leerling weet de termen Hyper- en hypoglycemie uit te leggen
- De leerling kan 2 verschillende soorten behandeling benoemen en toelichten
- De leerling kan reflecteren op zijn/haar eigen uitwerking van de opdracht en verwerking van de informatie.
Aandachtspunten:
Wanneer de leerling minder vaardig is met de computer, kunt u extra begeleiding geven.
De leerling levert aan het eind van de les de uitgewerkt opdrachten en een reflectieverslag in.
Extra opdracht (voor leerlingen die eerder klaar zijn):
Theorie: De leerling zoekt uit op welke wijze Insuline aan een patient wordt toegediend.
Praktijk: Het kunnen toedienen van Insuline
U, als docent, kunt de leerling de benodigdheden voor de verpleegtechnische vaardigheid overhandigen.
Controleer vervolgens op welke wijze de leerling deze vaardigheid heeft uitgevoerd.
Vragen en antwoorden uit de opdracht:
Opdracht 3a
Vraag 1: Diabetes Mellitus is dat iemand een te hoog bloedsuiker heeft bij een Insulinetekort. De alvleesklier maakt te weinig Insuline, waardoor de bloedsuiker stijgt.
Vraag 2: Insuline wordt geproduceerd in de alvleesklier en zorgt dat suiker op de plaats komt waar het thuis hoort.
Vraag 3:
Type 1:
- het lichaam maakt zelf helemaal geen insuline meer
- het afweersysteem heeft per ongeluk de cellen die Insuline maken vernietigd
- patienten met dit type Diabetes moeten zichzelf een aantal maal per dag insulien toedienen
- heette vroeger ook wel jeugddiabetes
Type 2:
- het lichaam maakt te weinig insuline
- overgewicht, erfelijke aanleg, maar ook te weinig beweging verhoogt de kans op het krijgen van dit type Diabetes
- patienten met diabetes type 2 krijgen meestal medicijnen, voedings- en bewegingsadvies
- vroeger ook wel ouderdomsdiabetes genoemd. Nu komt het ook vaak bij jongere mensen voor
Zwangerschapdiabetes:
- 1 op de 20 vrouwen krijgt te maken met zwangerschapsdiabetes. Dit is ene tijdelijke vorm van Diabetes die kan ontstaan na de 24e week van de zwangerschap
- zwangerschapdiabets ontstat onder onvloed van hormonen die wordne aangemaakt tijdens de zwangerschap. Die hormonen zorgen er voor dat het lichaam tijdelijk minder goed regaeert op Insuline
- de behandling gebeurt meestal met voedingsadviezen of Insuline spuiten.
- na de bevalling verdwijnt zwangerschapdiabetes meestal binnen 24 uur
- van alle vrouwen die zwangerschapdiabetes hebben gehad, krijgt de helft binnen 5 tot 10 jaar diabetes type 2
Opdracht 3b:
Vraag 4:
- Roken
- Overgewicht
- Ongezonde voeding
- Te weinig beweging
Vraag 5:
- soms meer drinken en urineren dan normaal
- blaasontsteking
- moe en lusteloos
- 's nachts onrustig slapen en overdag op de bank
- emotionele en depressieve klachten
- geen gewichtsverlies
Vraag 6:
Hyperglycemie:
- een te hoog bloedsuikergehalte, > 10 mmol
- ontstaat door te veel eten, te weinig Insuline spuiten, ziekte/koorts/spanningen, weinig activiteiten, lelijke spuitplaatsen en een verkeerde naaldlengte
- verschijnselen zijn dorst, veel urineren, uitdrogen, vermageren, moe en braken
- behandeling is bloedsuiker bepalen, extra Insuline toedienen in opdracht van ene arts, extra drinken en goed aan het dieet houden
Hypoglycemie:
- een te laag bloedsuiker, < 4 mmol
- ontstaat door te weing eten, te laat eten, te veel Insuline spuiten, extra activiteiten, lelijke spuitplaatsen en een verkeerde naaldlengte
- verschijnselen zijn hoofdpijn, hartkloppingen, zweten, honger, angst, onrust, moe, dubbelzien, suf, duizelig, gedragsverandering en in een ernstige vorm treedt er verlamming, spraakuitval en coma op
- behandeling extra 20 g koolhydraten toedienen in de vorm van een glas zoete limonade en 4 suikerklontjes of 6 tabletten druivensuiker. Wanneer de ' hyp' niet verdwijnt opnieuw 20g koolhydraten toedienen
Vraag 7:
Naast de behandeling van Insuline, is er ook de behandeling met tabletten. Tabletten bevatten geen Insuline, maar een chemische stof die het bloedsuiker normaliseert. Voorbeelden zijn: Amaryl, Diamicron, Glucophage.
Beoordeling reflectieverslag
Controleer het reflectieverslag op de volgende punten:
1. Hoe vond je het om op deze manier een opdracht uit te voeren? Licht je antwoord toe.
2. Welke kennis heb je opgedaan?
3. Hoelang je ben je met de opdracht bezig geweest?
4. Hoe vond je het om zelfstandig informatie te verzamelen van Internet?
Beoordeling
De uitwerking van de opdracht wordt individueel beoordeeld op de volgende punten:
- Volledigheid van de antwoorden (ook antwoord-motivaties en waarom-beantwoording)
- Gebruik van specifieke kennis en vaktermen
- Het ziektebeeld 'Diabetes Mellitus' kunnen uitleggen
- Uitleg termen hyperglycemie en hypoglycemie
- Aandachtspunten kunnen benoemen bij het geven van voorlichting over Diabetes Mellitus
- Reflectieverslag met een beschrijving van eigen ervaring en opgedane kennis
Beoordelingsformulier bij Digitaal Lesmateriaal
Casus: : Verpleegkundige vorlichting bij Diabetes Mellitus aan een patient
Opdracht 4:
|
Mate van uitwerken van de opdracht*:
|
Gebruik van kennis en vaktermen*:
|
Vraag 1
|
|
|
Vraag 2
|
|
|
Vraag 3
|
|
|
Vraag 4
|
|
|
Vraag 5
|
|
|
Vraag 6
|
|
|
Vraag 7
|
|
|
Opdacht 6: reflectieverslag
|
|
|
Reflectie
|
|
|
Totaal
|
|
|
* keuze uit: ONVOLDOENDE / VOLDOENDE / GOED
TOTAAL:
Gradaties
De reflectie dient in ieder geval voldoende te zijn. De beoordeling van het totaal kan als volgt bepaald worden:
Bij 1 vraag goed + reflectieverslag: Onvoldoende
Bij 2 vragen goed + reflectieverslag: Onvoldoende
Bij 3 vragen goed + reflectieverslag: Voldoende
Bij 4 vragen goed + reflectieverslag: Goed
http://www.diabetesfonds.nl/