Hoofdvraag:
Wat is kenmerkend voor de jongeren van de jaren zestig?
Deelvragen:
1. Wat waren de idealen van de ouderen en hoe stonden de jongeren daar tegenover?
Voor het beantwoorden van deze vraag gebruik je de volgende bron (filmpje):
2. Wat zijn provo’s en wat wilden deze bereiken? / Waar geloofden de hippies in?
Voor het beantwoorden van deze vraag gebruik je de volgende bronnen (filmpje en tekst):
3. Hoe dachten jongeren in de jaren 60 over het gebruik van drugs?
Voor het beantwoorden van deze vraag gebruik je de volgende bronnen:
4. Wat was de houding van de jongeren ten opzichte van politieke kwesties als de oorlog in Vietnam en het milieu?
Voor het beantwoorden van deze vraag gebruik je de volgende bronnen:
Amsterdam
Het idee voor de witte fiets dateert uit 1965. Het witte fietsenplan - gratis fietsen in collectief eigendom - was een van de vele witte plannen die Provo dat jaar presenteerde. Het was bedoeld om de luchtverontreining in de binnenstad terug te dringen. Op 28 juli werd een pamflet ("PROVOKATIE nr. 5") uitgedeeld tijdens de wekelijkse happening van Robert Jasper Grootveld bij Het Lieverdje. De eerste witte fiets - een exemplaar dat ter plekke werd witgeschilderd - werd meteen door de politie in beslag genomen, omdat het wettelijk verplichte fietsslot ontbrak.
In 1967 kwam provo Luud Schimmelpennink in de Amsterdamse gemeenteraad. Hij presenteerde toen zijn plan voor witte fietsen. In Amsterdam zouden gratis te gebruiken fietsen beschikbaar moeten komen, zonder slot, die collectief bezit zouden zijn. Schimmelpennink dacht in eerste instantie aan tweeduizend stuks. Om ze te onderscheiden van gewone fietsen zouden ze wit worden geschilderd. De gemeenteraad voelde er weinig voor, en het plan ging niet door. Schimmelpennink stortte zich hierna op het ontwikkelen van de witkar, een elektrisch aangedreven driewieler die door deelnemers aan het project op een depot kon worden gehuurd voor een ritje naar een ander depot.
witte fietsen
Boudewijn de Groot: Meneer de President
5. A. Wat zijn de twee groepen binnen de Nozems?
B. Noem van beide groepen twee kenmerken.
Voor het beantwoorden van deze vragen gebruik je de volgende bron (tekst):