3. Werkwijze

Je maakt alle opdrachten, in de volgorde zoals ze hieronder staan.

Bekijk voor je begint met de opdrachten, onder beoordeling zodat je weet waarop wordt gelet door je docent bij de bepaling van het cijfer voor deze webquest.

Opdracht 1. Bekijk de filmpjes onder bronnen. (10 minuten)

Opdracht 2. Kies per persoon 1 artikel. Kijk hiervoor onder bronnen. Lees het artikel door. Dit doe je zelfstandig en zonder te overleggen. Beantwoord de bijbehorende vragen, die hieronder staan en schrijf de antwoorden op. Vraag niet aan elkaar waarover je artikel gaat, straks ga je dat aan elkaar presenteren! (20 minuten) *

 

Vraag 1) Wat is de titel van het artikel, en wat is de naam van de schrijver?

 

Vraag 2) Wat is het onderwerp van het artikel?

 

Vraag 3) Schrijf in 5 tot 6 regels een samenvatting van het artikel. Waar gaat het over, wat gebeurd er of is er gebeurd. Wat zijn de gevolgen voor de toekomst. Wanneer en waar vond of vindt iets plaats.

 

Vraag 4) Wat heeft het artikel te maken met robot dieren?

 

Vraag 5) Waarom heb je dit artikel gekozen?

 

Vraag 6) Waar wil je nog meer over weten nu je dit artikel hebt gelezen?

 

*Hebben jullie maar 1 computer? Print de artikelen dan uit met de vragen van de webquest en maak de opdracht op papier.

 

Opdracht 3. Presenteer je artikel aan je klasgenoten die dezelfde webquest doen. Tijdens de presentatie let je op de volgende punten:      (per persoon 3-4 minuten)

 

A) Je staat voor je klasgenoten als je begint met je presentatie.

 

B) Je vraagt om stilte, en begint pas met je presentatie als al je klasgenoten stil zijn en aandacht voor jou hebben.

 

C) Je vertelt waar je artikel over gaat.

 

D) Je vertelt waarom je het artikel hebt gekozen.

 

E) Je vertelt wat het artikel te maken heeft met robot dieren.

 

 

F) Je vertelt waar je nog meer over wilt weten nu je het artikel hebt gelezen.

G) Je geeft je klasgenoten de gelegenheid om vragen te stellen, en beantwoord deze vragen.

H) Je bedankt je klasgenoten aan het eind van de presentatie voor hun aandacht.

 

 

Opdracht 4. 
Tekst:
 
Wetenschappers zijn erin geslaagd om levende insecten te besturen als een robot. Dit hebben ze gedaan door elektroden in te brengen wanneer het insect in een cocon verpopt. Ze brengen elektroden in op de plaats waar de hersenen zich zullen ontwikkelen tijdens het verpoppen en waar zich de vliegspieren zullen ontwikkelen. Het is nog niet mogelijk om het insect op afstand te besturen. De draden van de elektroden komen daarom bovenuit het insect waar het vastzit aan een klein kapje. Van hieruit gaat er 1 draad naar het controlepaneel waarmee het insect te bedienen is wanneer het uit de cocon is gekropen en in staat is te vliegen. (Nadat de vleugels zijn opgedroogd). Er worden met het controlepaneel kleine stroomstootjes gegeven aan de hersenen en aan de vliegspieren waardoor deze vliegbewegingen maken.
.
Stelling: Insecten voelen waarschijnlijk geen pijn, daarom mag je ze gebruiken om te experimenteren ook als je hiervoor kunstmatige robots kunt gebruiken.
.
* Als je eerder klaar bent ga je verder discussiëren over stelling 2.
.
Stelling 2: In de toekomst is het belangrijk dat mensen dieren op afstand kunnen besturen.
.

 

Opdracht 5.

 

Pterosaurus  Klik op de link om te zien waar deze opdracht over gaat. Lees daarna de tekst hieronder.

 

.

 

Deze vliegende dino, leefde 85 miljoen jaar geleden maar stierf vijfenzestig miljoen jaar geleden uit. Wetenschappers proberen vanaf 1956 al om deze dinosauriërs na te bouwen aan de hand van fossielen die zijn gevonden. Het nabouwen van de dino's kan het beste omschreven worden als: 'reverse engineering'. Ze proberen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke vorm, symmetrie, gewichtsverdeling en vlucht-eigenschappen van een echte pterosaurus te komen. Om zo te kunnen begrijpen wat deze dieren allemaal konden met hun gigantische vleugels. Want met spanwijdtes van meer dan twaalf meter waren sommige pterosauriërs net kleine vliegtuigjes. Er zijn al botten gevonden van waarschijnlijk nog grotere exemplaren.

 

Er zijn veel verschillende soorten pterosauriërs. Zo hadden sommigen een kam op hun kop en anderen een grote of een lange staart met een soort van vlaggetje erop. Waarschijnlijk ontleeden ze hieraan extra stabiliteit.  

 

 

 

Opdracht 6. Maak nu een poster op A3 papier over jullie model van een pterosaurus en leg op de poster uit waarom jullie gekozen hebben voor de punten die hieronder staan opgesomd. Gebruik kleuren en afbeeldingen van pterosauriërs (mag ook getekend). (30 minuten)

 

?