3. Werkwijze

Houd alles goed bij in je logboek. Je hebt alle gegevens namelijk nodig om je verslag te kunnen maken!!!!

Als de opdrachten zijn uitgevoerd moeten er een antal leerlingen een presentatie houden van opdracht 1,2 en 3. Het is daarom belangrijk dat je niet alleen de vragen beantwoord maar dat je de opdrachten begrijpt en er een logisch en mooi verhaal van kunt maken. De vragen helpen je daarbij.

OPDRACHT 1: Geluidsterkte

Je hebt vast wel eens uit geweest en als je dan thuis kwam zat er een piep in je oren. Waar komt nu die piep vandaan. Hoe is die piep daar gekomen en kom je er weer vanaf? Ook ipods zijn niet ongevaarlijk voor je oren, maar hoe zit dat nu eigenlijk allemeel met je oren. Door middel van vragen krijg je daar vandaag antwoord op.

http://www.nu.nl/internet/703290/volumebegrenzer-ipod-moet-gehoorschade-tegen-gaan.html

Onder de geluidsdrempel

gelukkig maar
dat ik het groeien
van het onkruid
niet kan horen
het zou een
enorm lawaai zijn
maar aan de andere
kant, weet ik wel
dat het sluimert

Bron: http://www.gedichten-freaks.nl/75537/

  1. Wat is een Decibel?
  2. Wat is lawaai?
  3. Wat is geluidshinder?
  4. Wanneer is geluid direct schadelijk  voor je gehoor ? geef voorbeelden.
  5. Vanaf welke geluidssterkte is gehoorbescherming verplicht?
  6. Wat heb je nodig om geluid te kunnen horen?
  7. Beschrijf 3 voorbeelden om geluidshinder te voorkomen.
  8. Zoek uit welke gehoordrempel een vleermuis, hond en mens heeft.
  9. Zoek nog de gehoorsdrempel bij 3 andere dieren.

OPDRACHT 2: Geluid maken en ontvangen

 bron:http://images.google.nl/images?hl=nl&rlz=1T4MEDA_nlNL258NL259&q=gitaar&um=1&ie=UTF-8&sa=N&tab=wi

Geluid kun je maken met een instrument bijvoorbeeld een gitaar. Maar hoe wordt geluid nu gemaakt en hoe kun je uit je radio geluid ontvangen. In deze opdracht ga je kijken hoe je geluid zichtbaar kunt maken en hoe het zich verplaatst

  1. Wat is een geluidsbron?
  2. Beschrijf de werking van het oor en maak er een tekening van.
  3. Hoe snel verplaatst geluid zich in lucht?
  4. Verplaatst geluid zich in lucht net zo snel als in water? Verklaar je antwoord.
  5. Wat is de formule om de geluidssnelheid te bepalen?
  6. Wat is een echo?
  7. Wat is een echolood?
  8. Wat doet een sonarinstallatie?
  9. Leg uit hoe dolfijnen met elkaar communiceren.

OPDRACHT 3:Toonhoogte en geluidsterkte

       

bron: http://images.google.nl/images?hl=nl&rlz=1T4MEDA_nlNL258NL259&um=1&sa=1&q=muis&aq=f&oq= en : http://images.google.nl/images?hl=nl&rlz=1T4MEDA_nlNL258NL259&um=1&sa=1&q=leeuw&aq=f&oq=

Een vogel of een muisje maakt minder kabaal dan een brullende leeuw. Een hond of vleermuis kunnen geluiden horen die de mensen niet kunnen horen. Hoe zit dat precies met de toonhoogtes maar ook met de sterkte van het geluid. In deze opdracht ga je uitzoeken of je het verschil in de hoogte van de toon.

  1. Wat is een oscilloscoop?
  2. Wat is trillingstijd en de eenheid?
  3. Wat is frequentie en de eenheid?
  4. Wat is de formule van de ferquentie ?
  5. Welke frequentie kunnen we horen?
  6. Wat kunnen we niet horen (waar ligt onze gehoordrempel)?
  7. Hoe ziet  1 triltijd eruit?
  8. Wat is een amplitude?
  9. Wat is het verband tussen Amplitude en geluidsterkte?
  10. Wat doet een versterker?

OPDRACHT 4: rekenopdrachten ( individueel)

Je gaat individueel de vragen van opdracht 4 maken en zet de antwoorden in je verslag bij de bijlagen.

  1. Een vliegtuig beven je hoofd hoor je pas na 3 seconden. De geluidsnelheid van lucht is 340 m/s. Hoe hoog vliegt het vliegtuig?
  2. Het onweert en je ziet erst een bliksemflits. Na 3 seconden hoor je een knal. Hoever is de onweer bij je vandaan?
  3. Een visser zit op zijn boot en ziet een orka uit het water komen. De orka plonst terug in het water. De visser hoort dit na 2 seconden. De duiker vlak onder de boot hoort de plans al na 0.45 s. Bereken de geluidssnelheid in water.
  4. in een slingerproef gaat het massastukje in 2 sec 4 keer heen en weer. Bereken hoeveel trillingen de slinger in 1 seconde uitvoerd
  5. wat is dan de ferquentie?

OPDRACHT 5: Vragen maken

Maak met je tweede groepje bij elke opdracht 2 vragen en geef de antwoorden op deze vragen. Er komen 2 goede vragen in de eindtoets.

OPDRACHT 6: Verslag maken

Maak een verslag over geluid waarbij de opdrachten 1 t/m 3 zijn verwerkt. Opdracht 4 komt in de bijlage te staan. Maak er een goed klpooend verhaal van en niet alleen de antwoorden op de vragen geven in het verslag.

Hoe je het verslag moet maken kun je vinden bij bronnen.

Zorg daar war mogelijk voor overzichtelijke tabellen en maak een goed lopend verslag waarbij je gebruik maakt van de antwoorden op de vragen die bij de opdrachten staan.

lever je verslag je logboek en de rekenopdracht in!!!!!