Deze webquest en de kristalliseerproefjes doe je in kader van het project Egypte. De oude Egyptenaren gebruikten zout om hun overledenen te mummificeren, zij konden toen al zout uit het water halen.
Zonder het te weten maakten de oude Egyptenaren gebruik van nog meer mineralen: Eén keer per jaar stroomde de Nijl over, en liet slib (modder) achter op het land. Het land werd hier erg vruchtbaar van, waardoor er weer veel planten konden groeien op het land. Het slib van de Nijl is dus enorm vruchtbaar, en dat komt door de mineralen die er in zitten. Deze mineralen komen uit de bergen van Midden-Afrika, waar het water van de Nijl vandaan komt. Eens per jaar regent het namelijk heel hard in Midden-Afrika, en dat regenwater komt neer in de bergen en stroomt dan naar de Nijl. In de bergen van Midden-Afrika komen veel kristallen voor, waar het water langs stroomt, en het water neemt stukjes van deze kristallen mee. Deze stukjes mineraal lossen op in het water en blijven hangen in het slib, dat de Nijl achter liet op het land in Egypte. Dus de kristallen in de bergen van Midden-Afrika waren heel belangrijk voor de oude Egyptenaren!