Een levend wezen, dus ook een mens, zou je kunnen vergelijken met een bijna gesloten systeem - een soort ruimteschip -, dat een aantal antennes, de zintuigen, bezit om zijn omgeving in de gaten te houden. Het is voortdurend bezig om zich zo goed mogelijk te handhaven. Gedrag is bijna altijd reageren op signalen uit de omgeving. Binnen je lichaam - in de hersenen - worden die signalen verwerkt en voor een deel opgeslagen. Daar wordt vervolgens beslist of en zo ja, hoe er gereageerd moet worden.
De antennes (alle soorten zintuigen), het verwerkingssysteem (hersenen, ruggenmerg en zenuwen) en de organen om te reageren (spieren en klieren) vormen een hecht samenwerkingsverband, dat er voor zorgt dat je lichaam goed kan functioneren. Twee orgaanstelsels die hierbij regelend optreden zijn het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.