Tijdsinvestering; Ongeveer 5 à 6 blokuren (10 lesuren)
Opbrengst; De website, plan van aanpak, logboek, presentatie
Leerpunten; Zie terugblik. (leerlingen leren onderzoeks- en informatievaardigheden)
Benodigdheden; Computers met internet, digitale camera, papier
Webquestmaker; Deze webquest is gemaakt in kader van het waddencampus project. De studenten die hieraan mee gewerkt hebben zijn; Tineke Fennema, José Molenaar, Femke Meindertsma en Klaas Tolhuizen.
Vormen van leren
Formeelleren: De leerlingen leren formeel in de webquest. Alles wordt stap voor stap uitgelegd, zowel in de webquest als in de toegevoegde website die we erbij hebben gemaakt. Die website staat onder het knopje bronnen in de webquest. Er wordt een uitgebreide uitleg gegeven over het formuleren van vragen en het opstellen van bijvoorbeeld een plan van aanpak.
Actieleren: De leerlingen gaan zelf dingen onderzoeken, stellen hun eigen doelen en vragen op. Wat ze onderzoeken wordt niet door de docent bepaald, de rol van de docent is hier beperkt tot een sturende, begeleidende rol. Je kan ze hooguit helpen om een goede vraag op te stellen. Dit doe je door middel van de site, die bij de webquest hoort. Hier staat namelijk op hoe je goede vragen op kunt stellen. Waarom-vragen zijn beter dan hoeveel-vragen om maar iets te noemen. Je stuurt hen door een aantal voorbeelden te geven van wat interessant zou kunnen zijn om te onderzoeken, door hen een aantal vragen voor te leggen. Of hen juist in te laten zien dat hun eigen idee een dood spoor is.
Ervaringsleren: Dit is erg moeilijk te onderbouwen, omdat je hier weinig zicht op hebt. Het kan inzichtelijk gemaakt worden door vragen te stellen aan de leerling. Of ze nog dingen tegen zijn gekomen die ze totaal niet hadden verwacht bijvoorbeeld. Ik denk dat dit het best aan bod komt als de leerlingen zelf bezig zijn met hun onderzoek in en om Ferwert. Dan komen ze zelf achter dingen waarvan ze het bestaan nog niet wisten. Ook tijdens het maken van de website kunnen ze nog veel dingen zelf leren, weinig leerlingen hebben namelijk al ervaring met het maken van websites.
De volgende zeven punten gaan in op de vragen die Simons stelt bij een krachtige leeromgeving.
Bevordert de omgeving de aangeboren nieuwsgierigheid? Daagt deze de lerende uit?
Doordat we hebben gekozen voor onderwerpen die dicht bij huis te vinden zijn. Is het voor de leerlingen veel interessanter. Dit zal dus de aangeboren nieuwsgierigheid bevorderen.
Wordt er voldoende informatie aangeboden? Wordt er niet te veel informatie aangeboden?
In ons project hebben wij er voor gekozen om onder het kopje ''bronnen'' een aantal informatie bronnen te plaatsen. Hier kunnen leerlingen hun informatie weghalen. Ook is er op de website informatie te vinden over hoe bijvoorbeeld het PVA en een logboek moeten worden ontworpen. Toch is dit alles niet te veel van het goede. De onderwerpen zelf hebben we namelijk breed gelaten en dit is voor de leerlingen om het specifieker te maken. Hierdoor gaan wij niet precies bepalen welke kant de leerlingen op gaan met hun onderwerp. Wel hebben we eisen gesteld aan het project omdat er natuurlijk wel een goed resultaat moet komen.
Wordt de lerende aangezet tot eigen denkactiviteiten en meningsvorming?
Doordat we de onderwerpen ruim hebben opgezet kan de leerlingen kiezen welke kant hij er mee op wil gaan. Hij moet zijn eigen denkvermogen gaan gebruiken om tot een goed product te komen. De hoofd en deelvragen worden niet voorgekauwd hier zal hij zelf uit moeten komen.
Is er ruimte voor gemeenschappelijke betekenisconstructie?
De leerlingen moeten in groepen hun project maken. Hierdoor moeten ze overleg plegen met hun groepsgenoten hierdoor zijn ze bezig met een gemeenschappelijke betekenisconstructie.
Is er ondersteuning bij het vormen van een totaalbeeld en het leggen van verbanden?
De leraar speelt een ondersteunende factor bij het vormen van het totaal beeld. Hij zou in het begin zijn eigen totaalbeeld laten zien en de leerlingen weten dan waar ze naar toe moeten werken
Is er aandacht voor het vastleggen van het geleerde en het reflecteren?De leerlingen zullen op het eind van het project een presentatie gaan doen. Hier zullen ze hun website gaan presenteren en dat wat ze er van hebben geleerd. Hier kunnen we weer op reflecteren en zo wordt duidelijk of ze het allemaal goed hebben uitgewerkt.
Is er gelegenheid voor het toepassen en gebruiken en voor het opsporen van toepassingsmogelijkheden en -condities?
Er is tijd om een eigen website te maken en de dingen die ze leren kunnen later weer worden toegepast bij andere vakken. Ook kunnen ze dingen die ze eerder hebben geleerd hier weer toepassen.
Operationalisering
In hoeverre is het ontworpen onderwijs uitdagend?
Doordat de leerlingen bezig mogen met een website is het vrij uitdagend onderwijs. De meeste leerlingen zullen nog nooit een website hebben gemaakt. Hierdoor zullen ze weer iets nieuws leren en de leerlingen die het allemaal door krijgen zullen het later nog eens gebruiken voor een bepaald project.
In welke mate trekt het onderwerp onderwijs de leerling 'totaal' in het leerproces?
De leerlingen magen zelf een onderwerp kiezen. Hierdoor zijn ze al een stuk gemotiveerder dan als ze een onderwerp aangewezen kregen. De leerlingen zullen dus helemaal op gaan in het leerproces.
In welke mate is de probleemstelling boeiend?
De probleemstelling is erg boeiend. De leerlingen krijgen namelijk de mogelijkheid om iets dat zo ontzettend leuk vinden over te brengen aan iemand die er weinig of niks van weet. Over iets als een waddeneiland word nog wel eens laag gedacht. Dat zullen sommige leerlingen ook al hebben ervaren. Hierdoor zijn ze er op gebrand om een goed project te maken. De probleemstelling is dus erg boeiend.
In welke mate komen de leervragen uit de leerlingen?
De leerlingen kiezen een onderwerp. Hier moeten ze zelf leervragen verzinnen. De leerkracht heeft een begeleidende rol. Hij kijkt dus wel of de vragen goed zijn maar gaat zelf geen vragen verzinnen. Door middel van een woordspin worden de leervragen ook al beter uit de leerling gehaald.
Hoe groot is de speelruimte voor leerlingen om zelf beslissingen te nemen?
De speelruimte voor leerlingen is erg groot. Ze mogen zelf bepalen hoe hun website eruit ziet. Ze zullen wel hun hoofd en deelvragen er op kwijt moeten maar ze mogen zelf aan de gang met kleuren en plaatjes. Ze mogen ook zelf bepalen waar wat komt op hun site. Hierdoor is er genoeg speelruimte voor de leerlingen om zelf beslissingen te nemen. Wel hebben we er een paar eisen in gesteld. Hierdoor is het voor de leerlingen ook nog duidelijk wat er precies in moet staan.
Hoe worden de begrippen coaching, guided en discovery ingevuld?
Het onderzoek is grotendeels door de leerling uit te voeren, de leerkracht heeft voornamelijk een coachende rol en hoeft geen klassikale lessen te geven. Er is sprake van guided discovery.
De leerling kan op verschillende manieren werken aan de opdrachten. Zo kan hij praktische dingen gaan doen, maar ook theoretische.
Wat is de kwaliteit van de organisatie van de leeractiviteiten en de samenwerking?
Dit is terug te vinden onder het kopje terugblik. Hier staat een lijst met leerdoelen en daar staat hoe leerlingen het hebben ervaren.
Wat is de kwaliteit van de reflectie van de leerlingen op het leerproces?
Leerlingen krijgen op het eind van de lessenserie een lijst met vragen waarop ze antwoord geven over hoe ze het project vonden. Dit is ook te vinden onder het kopje terugblik bij de leerdoelen. Ook moeten de leerlingen een logboek houden waarin ze zelf reflecteren op hun gemaakte werk en op het groepsproces. De vragen die in het logboek naar voren komen zijn: Wat heb je deze les gedaan en hoe heb je het aangepakt? Gaat alles volgens de planning? Hoe ging de samenwerking?