Aan het einde van deze webquest beheersen de leerlingen de volgende onderzoeks- en informatievaardigheden;
· de keuze van een interessant maatschappelijk verschijnsel of probleem en het formuleren van een hoofdvraag. Van belang is een duidelijke, goed af te bakenen hoofdvraag, die binnen de tijd die ter beschikking is beantwoord kan worden;
· het formuleren van enkele deelvragen die nodig zijn om de hoofdvraag te beantwoorden; het gaat om een beperkt aantal vragen. De voorbeelden van vragen, zoals die bij de verschillende perspectieven genoemd zijn, kunnen daarbij helpen (zie uitwerking kerndoel 36); het maken van een onderzoeksplan, waarbij gekeken wordt naar de verschillende werkzaamheden, de tijd, de benodigde hulpmiddelen en de taakverdeling (indien in een groepje gewerkt wordt).
· informatie verzamelen: hierbij moet een leerling gestructureerd te werk gaan, verschillende bronnen proberen te gebruiken, selectief zijn, verschillende manieren van verzamelen hanteren (bijvoorbeeld interviews, een kleine enquête);
· informatie verwerken: ordenen, selecteren, rubriceren, verwerken in tekst, diagram, afbeelding, kaart, etc.;
· beantwoording van de hoofdvraag, het trekken van conclusies en (eventueel) komen tot een eigen standpunt;
· het presenteren van de bevindingen, meestal in de vorm van een werkstuk of een presentatie voor de groep;
· evaluatie van het onderzoek, waarbij eventueel de afzonderlijke deelstappen nog eenmaal de revue passeren.
Voor meer informatie over de kerndoelen en vaardigheden zie; http://ko.slo.nl/vakgebieden/00005/00003/00004/00002/
Leerdoelen Waddencampusproject
Aan de volgende leerdoelen wordt gewerkt tijdens het onderzoek.
De volgende vragen worden daarbij gesteld;
- Hoe heeft de leerling dit gedaan? (activiteiten)
- Hoe komt dit terug in de beoordeling (evaluatie)
- Wat vonden de leerlingen hiervan? Hoe ging het? (reflectie)
De leerling kan een woordspin maken.
Activiteit; De leerling moest per groepje een woordspin maken op papier.
Evaluatie; onderdeel plan van aanpak.
Reflectie; Ze vonden het niet moeilijk, ze hadden het al eens eerder gedaan.
De leerling kan een gekozen onderwerp onderbouwen.
Activiteit; Het kiezen van een onderwerp voor hun onderzoek met uitleg waarom dit onderwerp.
Evaluatie; Onderdeel plan van aanpak.
Reflectie; Ze vonden het leuk dat ze zelf een onderwerp mochten kiezen.
De leerling kan hoofd- en deelvragen met betrekking tot een onderwerp formuleren.
Activiteit; Aan de hand van de woordspin, vragen op papier gezet en daaruit weer deelvragen uitgehaald.
Evaluatie; Voor dit onderdeel konden ze max. 15 punten halen.
Reflectie; De meeste leerlingen vonden hier niet veel aan en ze vonden het ook lastig. De leerlingen vonden het lastig om de introductie van het project te verwerken in de deelvragen.
De leerling kan een globale planning van het onderzoek maken.
Activiteit; De planning in het pva afmaken/aanvullen.
Evaluatie; Onderdeel pva.
Reflectie; De meeste leerlingen vonden het niet nodig om dit in te vullen.
De leerling kan informatie verzamelen en verwerken.
De leerling kan informatie en afbeeldingen op een website zetten.
Activiteit; De leerling heeft veel informatie en afbeeldingen van het internet afgehaald. Deze informatie hebben ze kort samengevat (indien nodig) en op de website gezet.
Evaluatie; Onderdeel website, bronvermelding en uitwerking hoofd-en deelvragen.
Reflectie; De leerlingen vonden dit leuk om te doen. De informatie op een website is weer eens wat anders dan een verslag maken.
De leerling kan de vormgeving van een website bewerken.
Activiteit; Met behulp van de websitemaker hebben ze een website moeten maken.
Evaluatie; Onderdeel website. Max 25 punten.
Reflectie; Een website bouwen hebben de leerlingen als positief ervaren. Ze vonden het leuk om te doen.
De leerling kan bevindingen presenteren voor een groep.
Activiteit; Presentatie voor de klas.
Evaluatie; Het onderdeel website en presentatie. Max 25 punten.
Reflectie; De leerlingen vonden het spannend om een presentatie te houden, maar het hoort wel bij een project.
De leerling kan conclusies trekken omtrent het onderzoek.
Activiteit; De antwoorden op de deelvragen geven antwoord op de hoofdvraag. Dit werd op de website gezet.
Evaluatie; Onderdeel uitwerking hoofd- en deelvragen.
Reflectie; Het onderzoeken vonden de meeste leerlingen wel interessant.
De leerling kan een logboek invullen.
Activiteit; Elke week moesten ze opschrijven wat ze die week hadden gedaan aan het onderzoek, hoe de samenwerking ging etc.
Evaluatie; Onderdeel plan van aanpak.
Reflectie; De leerlingen vullen een logboek in omdat het moet.
De leerling kan reflecteren.
Activiteit; De leerling reflecteert elke les op wat ze gedaan hebben die les, hoe de samenwerking
Evaluatie; Per groepje houden ze een logboek bij. Het logboek hoort bij het onderdeel plan van aanpak. ?