6. Terugblik

Wat heb je nu geleerd over de werkhouding:

  1. Je kunt de spieren en gewrichten benoemen die zorgen voor een goede houding
  2. Je weet wat je moet doen om klachen te voorkomen
  3. Om klachten te voorkomen weet je wat je beter niet kunt doen
  4. Je weet wat arboregels zijn en je kunt er een paar noemen.
  5. Je kunt een duidelijke presentatie geven
  6. Je hebt een goede werkverdeling gemaakt voor een goede samenwerking