Werkwijze opdracht 1:
Je krijgt voor deze opdracht 3 lesuren de tijd! Let op:
Je zoekt informatie op over het onderwerp. Je moet niet alles tot in detail lezen. Je leest al scannend. Dat gaat rap en je vindt snel de gezochte informatie.
Scannend lezen? = Diagonaal lezen
WAT?
Scannend lezen is gebaseerd op hoe we zien. Als je achter je computer aan het werk bent, kijk je naar de monitor. Maar dat is niet het enige dat je ziet. Je ziet ook je bureau, je toetsenbord en dat zakje chips dat op je bureau staat.
Hetzelfde doe je in het verkeer. Als je op je brommer zit, let je op wat er voor je gebeurt, maar je ziet ook dat aan beide kanten van de weg bomen staan, dat er borden boven de weg hangen…
Dat kan met tekst ook.
HOE?
Laat je blik schuin over de tekst glijden en lees alleen de belangrijkste zaken.
1. signaalwoorden
= Woorden die de samenhang van een tekst aanduiden. Bijvoorbeeld: Ten eerste, daarna, tot slot,..
2. sleutelwoorden
= Belangrijke woorden die de essentie van een tekst aanduiden en ervoor zorgen dat je een tekst begrijpt.
Wat kan er in je werkstuk zitten:
Er mogen foto’s in je werkstuk zitten, maar er moet minimum 1 bladzijde tekst zijn zonder foto’s.
Zorg ervoor dat de informatie, dat in je werkstuk komt, voldoende informatief en overzichtelijk is.
Als je klaar bent, sla je het document op en mail je het naar de leerkracht. Ga daarna in groepjes van 3 gaan zitten en leg je informatie samen. Maak een toneelstuk die gebaseerd is op jullie informatie. Je mag materiaal meebrengen en jullie toneel duurt 10 minuten.
Werkwijze opdracht 2:
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd.
Je schrijft eerst een deftig bericht naar je toekomstige sponsoren van je fuif. Je spreekt tegen iemand die hoger staat dan jou. Dus je let op:
Je maakt met Word en Paint een heel aantrekkelijke affiche.
Wat wil ik zeker op de affiche:
Alle noodzakelijke informatie staat op je affiche;
Als je klaar bent, sla je de affiche en document op in Word en zend je deze door naar je leerkracht.