Schuldenvraagstuk:
Jongeren krijgen op veel jongere leeftijd financiële problemen. Door aanschaffen van artikelen waar ze op het moment zelf geen geld voor hebben. Denk hierbij aan het aanschaffen van een mobiele telefoon of uitgaan en rondjes geven waarvoor je moet lenen bij een vriend of even ‘rood’ moet staan bij de bank.
Hoe kunnen we zorgen dat mensen minder schulden krijgen? Is dit om 'leenreclames’ van de televisie te halen?
Moeten ze jongeren beter voorlichten wat de risico’s zijn bij het aanschaffen van bijvoorbeeld een mobieltje met een abonnement.
Hoe ga je zelf met geld om? Sluit je een lening af, sta je even rood of spaar je ergens voor?
Het ontstaan van armoede:
Elke 3 seconden sterft er in de wereld iemand door armoede. Ruim 1,2 miljard mensen leven onder de armoede grens. Dat is 20% van de wereldbevolking à bestaat uit 6 miljard mensen.
Je spreekt over de armoedegrens als je minder dan 1 euro per dag uit te geven hebt.
Veel armoede ontstaat door oneerlijke handel: handel waarbij de rijkere partij de prijs bepaalt en de armere partij die maar moet slikken. Zelfs als de prijs te laag is voor een opbrengst om van te leven. Armoede ontstaat ook doordat arme landen hun producten niet kunnen verkopen in de rijke industrielanden. In landen in West-Europa, in de VS en in Japan krijgen boeren vaak subsidie.
Daarom zijn hun producten heel goedkoop. Maar de derdewereldboer kan zijn producten dan niet kwijt. Daartegen protesteerden de miljoenen mensen die naar Live8 gingen.
Kinderarbeid:
Misschien heb je het niet altijd door? Maar veel van de spullen die je in de Nederlandse winkels ziet, worden gemaakt door kinderarbeid. Vooral bij kleren, tapijten, schoenen, de pluk van rijst en tropisch fruit wordt veel gebruikgemaakt van kinderarbeid. Kinderarbeid is werk door kinderen. Niet jouw krantenwijk of je vakantiebaantje. Maar zwaar werk. Vaak elke dag. De kinderen maken lange dagen en gaan niet naar school. Ze worden slecht betaald en slecht behandeld. Soms zijn het nog maar kleuters als ze tien uur per dag in een fabriek werken.
Jij en het milieu:
Je koopt als consument producten in een winkel. Bij alles wat je koopt let je op een aantal dingen. Waar is het van gemaakt? Welk merk is het? Hoe duur is het? Maar je kan ook letten of iets duurzaam is. Dit zijn artikelen die goed zijn voor mens, dier en milieu. Dingen die geen milieuvervuiling veroorzaken en waarbij de makers van het product niet worden uitgebuit. Dat er geen kleine kinderen aan gewerkt hebben. Waarbij dieren niet mishandeld zijn. Soms staat er een keurmerk op een artikel.