1. Maak een argumentatieschema, zodat je een goed overzicht krijgt van de opbouw van je betoog.
2. Noteer je pro- en contra argumenten + weerlegging in een logische volgorde.
3. Maak een duidelijk schrijfplan (inleiding-middenstuk-slot).
4. Schrijf allebei een kladversie. Houd je aan de volgende 5 punten:
In de inleiding moet de schrijver/spreker de aandacht en de nieuwsgierigheid van zijn publiek weten te wekken. Introduceer je standpunt!
Geef achtergdondinformatie. Hierdoor kan het publiek zich inleven in het onderwerp. Gebruik eventueel een recent nieuwsbericht of anekdote.
Ieder argument (met ondersteunende argumenten en aanvullende informatie) vormt een alinea van je middenstuk. Probeer de argumenten te beperken tot drie, hooguit vier.
Weerleg een of twee tegenargumenten. Hiermee geef je ook aan dat je je verdiept hebt in je onderwerp en daardoor versterk je je autoriteit.
Schrijf het het slot van het betoog met daarin een korte samenvatting en de conclusie. Probeer te eindigen met een uitsmijter. Deze blijft hangen bij het publiek.
5. Laat je kladversie beoordelen door een klasgenoot. Gebruik het beoordelingsformulier.
6. Kies een versie en werk die uit in het net. Controleer de stijl en de spelling.
7. Verzamel alles wat jullie gedaan hebben in bovenstaande volgorde in een map. Voeg ook de twee schema's, voorzien van commentaar, van de voorbeeldbetogen die je hebt bekeken toe. ?