Huisvesting van geiten.
Geiten zijn kuddedieren. Ze voelen zich gelukkiger met ten minste één soortgenoot. In een kudde heerst er altijd een sociale rangorde. Er is altijd één geit de baas, meestal is dit de oudste geit. Wat betekent dit voor de huisvesting?
Geiten zijn kuddedieren. Dat betekent dat één geit de baas is. Als deze geit er niet is, dan is een andere geit de baas. Elke geit in de kudde heeft dus een eigen plekje in de rij. Vaak is de oudste geit de baas. Deze geit is vaak het sterkste. Andere geiten die onder haar staan en haar plekje willen overnemen, zullen met haar gaan vechten om wie de baas is.
Er moet voor elke geit plaats zijn in de schuilhut. Maar er is ook ruimte nodig om andere geiten te ontlopen. Als de ruimte te klein is om andere geiten te ontlopen, zullen geiten elkaar verwonden of zelfs doden.
In een schuilhut schuilen de geiten voor de wind en de regen. Dus als er te weinig ruimte is in de schuilhut, zullen sommige geiten altijd buiten in de regen staan, terwijl de andere geiten wel kunnen schuilen.
De geit die de baas is, gaat als eerste aan de ruif of aan de voederbak eten. De rest volgt later. De geit die de baas is, zal heen en weer lopen om de andere geiten weg te jagen. Daarom is het erg belangrijk dat de geiten op verschillende plekken kunnen eten. Leg daarom voer op verschillende plekken. Als je dat niet doet, zal de geit die het laagst in de rangorde staat, niet genoeg voer krijgen. De geit wordt dan ziek en kan zelfs doodgaan.
Huisvesting van schapen.
Huisvesting
Schapen passen prima in ons klimaat. Met uitzondering van de geboorteperiode en strenge winters, kunnen ze jaarrond buiten lopen. Door hun dikke wintervacht zijn ze goed beschermd. Echter bij aanhoudend, streng winterweer is enige beschutting wel aan te bevelen, terwijl dan ook bijgevoerd moet worden. Bovendien is bij vorst een goede watervoorziening noodzakelijk. Enige aandacht voor huisvesting is dus op z’n plaats.
Als huisvesting voor één of enkele schapen volstaat een goede schuilhut of een kleine schuur. Voor een groter koppel schapen kunt u beter een stal achter de hand hebben.
In streken waar veel schapen worden gehouden, zien we ook wel schaapskooien als stalling. Deze waren vroeger belangrijker als opvangplaats voor schapenmest dan als stalling. De schapenmest diende vóór de opkomst van kunstmest om heide en woeste gronden te ontginnen en te bemesten. Op Texel, het schapeneiland bij uitstek, zijn ‘schapenboeten’ in gebruik, die echter meer voor opslag van hooi, stro en gereedschap dienen.
Bij de huisvesting moet u ook denken aan de geboorteperiode, wanneer de schapen tijdelijk dichter bij huis worden gehouden. Uitneembare kraamhokjes zijn dan ideaal om de ooi met haar lam(meren) tijdens de eerste levensdagen apart te houden.
Er zijn kraamhokjes van metaal of hout te koop, maar ze zijn ook zelf goed te maken, hoewel dat meestal niet goedkoper uitpakt. Voor deze kraamhokjes bestaan opzetbare hooiruifjes om het hooi in te verstrekken.
Let bij het bouwen van een stal op de volgende zaken:
· Een goede toegankelijkheid voor uitmesten, voeren, in- en
uitlopen van mens en dier.
· Zorg voor een voldoende ruime stal voor elk seizoen. Ook in het
voorjaar als er lammeren geboren worden.
· Een goede isolatie en ventilatie voor een goed stalklimaat.
· De temperatuur in de stal moet enigszins te beheersen zijn, voor
schapen is het voldoende als de ruimte vorstvrij is.
· Goede route en loopafstand voor de dagelijks werkzaamheden
en opslag van voer, stro, hooi, water enzovoort.
· Voor een goede staltemperatuur in zomer en winter moeten
ramen het beste op het westen uitkijken.
· Een eventuele ziekenboeg/kraamkamer is erg handig.
· Een afl opende, stroeve, goed begaanbare vloer, die ca. 40 cm
boven het maaiveld is gelegen en daardoor een goede afwatering heeft, ook voor urine.
Opdracht;