Inhoud |
- Een film moet kort en helder laten zien waar het om gaat. De filmopnamen kun je meestal maar één keer maken, bijvoorbeeld als je praktijksituaties in de stage vastlegt. Daarom moet je vooraf duidelijk plannen wát je wilt filmen, hoe je dat gaat doen en wie en wat je daarbij nodig hebt. Maak daarom vooraf een goed gestructureerd draaiboek en hou je daaraan. Hiervoor zou je bijvoorbeeld ook een storyboard pakket kunnen gebruiken zoals het gratis Springboard. - Probeer vooraf al in scènes te denken. Bedenk ook dat je later wél in video, maar slechts moeilijk in meelopend geluid kunt knippen. - Neem, als dat al kan, ook technische en filmische beslissingen in je draaiboek op. - Een vraaggesprek moet kernachtig en helder zijn. Bedenk daarom vooraf wat je met het gesprek te weten wilt komen. Stel een aantal vragen op en zorg dat je deze vragen kent. Jij moet als interviewer voor de structuur van het gesprek zorgen. Denk eraan, dat je voor je portfolio maar enkele minuten voor de boodschap hebt. |
Technisch |
- Kijk vooraf op de locatie of je voldoende licht hebt; maak eerst een proefopname. - Zorg dat de achtergrond niet de aandacht van het onderwerp afleidt. - Bij een gesprek loopt het geluid mee. Dat wordt al snel onverstaanbaar als het achtergrondgeluid te sterk is. Maak een proefopname, want vaak vergis je je in de akoestische werking van de locatie en het aanwezige achtergrondgeluid. - Een kamer met vloerbedekking en gordijnen dempt het geluid een beetje. Dat is heel geschikt voor het maken van een verstaanbare geluidsopname. - De meeste camera’s hebben een ingebouwde microfoon. Degene die daar het dichtst bij is, is de cameraman/vrouw. Pas dus op voor ongewenste (bij)geluiden. - Er is niets zo vervelend als een onrustige cameravoering: gebruik eventueel een statief of leun ergens tegenaan. - Het aardige van een digitale camera is, dat het resultaat meteen bekenen kan worden. |
Filmisch |
- Wissel een keer van camerastandpunt tijdens een interview, als dat tenminste kan. - Als je niet wilt dat mensen steeds op je camera letten, doe dan een tijdje alsof je filmt. Na enige tijd zis men de camera vergeten. Je kunt ook wat verder weg gaan staan en met de zoomfunctie de afstand overbruggen. Hierbij moet je wel op het geluid letten: een extra (richt)microfoon kan erg nuttig zijn. - Het is heel verleidelijk om veel in te zoomen. Het beeld wordt daar onrustig van, dus doe dat liever spaarzaam. - Werk niet alleen met close-ups. Niet iedereen ziet er dichtbij goed uit. - Een close-up laat niet zien waar de scène over gaat. Je moet dan overwegen of de kijker de context zal begrijpen. Je kunt er bijvoorbeeld voor zorgen, dat de kijker de situatie kan afleiden uit een totaalshot vóór of na deze close-up, of dat de gesproken tekst dat doet. - Ga op enige afstand staan als je een groep filmt, zodat je een simpel overzicht aan de kijker biedt. Als je dichtbij gaat staan moet je vaak veel met de camera bewegen om het groepsgebeuren vast te leggen en dat is later vervelend kijken. - Het volgen van een bewegende persoon of object met de camera lukt je pas als je geoefend bent. Zoniet, film dan van ruime afstand, want dan zijn de camerabewegingen makkelijker vloeiend te krijgen. - Blijf je steeds afvragen, of de kijker straks je bedoeling uit de beelden kan begrijpen. |