7. Docentpagina

Taal van de website:Nederlands

Trefwoorden:ecologische voetafdruk

Opbrengst van de webquest:posters met tips om de ecologische voetafdruk te verkleinen

Extra benodigde materialen:pen en papier, fototoestel, A3-papier, potloden/stiften

Webquestmakers:Marieke Both

 

Deze WebQuest is goed te gebruiken bij:

Methode: natuuronderwijs
Hoofdstuk / Les: milieu
 

 

 

Op deze pagina vindt u achtergrond informatie bij de webquest, alsmede een aantal informatiebronnen die ingezet kunnen worden ter voorbereiding op deze webquest.

 

Titel webquest:Waar begint een beter milieu?

 

Onderwerp:de ecologische voetafdruk

 

Schooltype:basisonderwijs, groep 7 & 8

 

Vakgebieden:natuur, taal, rekenen, aardrijkskunde

 

Uitvoering:in teams van 4 leerlingen (aan te passen afhankelijk van klassensituatie of wensen van de leerkracht)

 

Tijdsinvestering:1 klassikale les van ongeveer 1 uur. Verder kan zelfstandig aan de opdracht gewerkt worden (bijvoorbeeld tijdens het zelfstandig werken of als onderdeel van de weektaak). Hiervoor dient nog 2 tot 3 uur uitgetrokken te worden.

 

Resultaat van de webquest:een poster

 

In deze webquest werken de leerlingen aan de volgende kennisgebieden en vaardigheden:

 

De leerlingen:

 

- weten wat de ecologische voetafdruk is;
- hebben hun eigen ecologische voetafdruk onderzocht;
- onderzoeken waarom bepaald gedrag slecht is voor het milieu;
- onderzoeken hoe je je ecologische voetafdruk kunt verkleinen, en bedenken hier tips voor;
- maken een poster om anderen te informeren over hun onderzoek;

 

- bedenken een slogan om hun tips aan de man te brengen.

 

In deze webquest oefenen de leerlingen verder met:

 

- informatie van internet zoeken, verwerken en toepassen;
- samenwerken in een team;
- onderzoek doen op verschillende manieren;
- onderzoeksresultaten presenteren.

 

Deze webquest beslaat meerdere vakgebieden. centraal staat natuur- en milieu-educatie. In het onderdeel 'op vakantie' zit tevens een stukje aardrijkskunde.

 

Daarnaast komen ook rekenvaardigheden aan bod in de verschillende onderzoeken (meten, wegen, diagrammen maken). Ook taalvaardigheden komen aan bod; het schrijven van brieven aan ouders of schoonmaker, het schriftelijk verslag doen van onderzoeksresultaten op de poster bijvoorbeeld. Mondelinge taalvaardigheid wordt geoefend bij de opdrachten waarin een interview wordt afgenomen, en tijdens de overlegmomenten in het team.

 

Alle leerlingen bedenken een pakkende slogan voor op hun poster. Om de informatie van internet goed te kunnen bevatten en toepassen, wordt een beroep gedaan op het begrijpend lezen.

 

 

 

 

 

Inhoud van de webquest (algemeen):

 

Het gaat in deze webquest over de ecologische voetafdruk. De ecologische voetafdruk is een maat waarmee we ons gebruik van de aarde kunnen meten. Het doel van deze webquest is om kinderen bewust te maken van de relatie tussen hun leefstijl en het milieu.In het Westen gebruiken we veel meer van de aarde dan dat de aarde opnieuw aan kan vullen. Als we op deze voet doorgaan, raakt de aarde uitgeput. Bovendien is het gebruik van hulpbronnen oneerlijk verdeeld. Een kind in Nederland heeft een veel grotere ecologische voetafdruk dan een kind in India bijvoorbeeld.

 

Voordat met de webquest gestart wordt, is het goed om een klassikale les te geven over de ecologische voetafdruk, en een ‘vertaling’ te maken naar de directe leefomgeving van de kinderen. Er is in deze webquest voor gekozen om onderwerpen te behandelen die dicht bij huis & school liggen; ze maken deel uit van de belevingswereld van de kinderen, en bieden een handelingsperspectief. Die afvalbak in de klas minder snel vullen? Daar kan een kind zelf iets aan doen. Hoewel de kwestie van de ecologische voetafdruk zich zeker ook op mondiaal niveau afspeelt, is juist vanwege dit handelingsperspectief gekozen voor een benadering ‘dichtbij huis’. Dit gaat nog meer leven voor de leerlingen wanneer u de lokale situatie als uitgangspunt neemt voor de introductie.

 

Informatie over de ecologische voetafdruk vindt u hier; http://www.voetafdruk.eu/  en op 

 

http://www.youtube.com/watch?v=7raHK4mXHUc&feature=related(Engelstalige uitleg van de ecologische voetafdruk).

 

In het tijdschrift Natuur aan de basis heeft een bruikbaar artikel over de ecologische voetafdruk gestaan. Dit is te raadplegen via:  http://www.natuuraandebasis.nl/uploads/795a66db6aa7a1d370d486a6b7447116.pdf(abonnement vereist)

 

De opdrachten:

 

U kunt ervoor kiezen om opdracht 1 (de test) klassikaal te maken. Zet de test open op het digibord en laat de leerlingen de vragen beantwoorden. Bespreek de vragen & antwoorden klassikaal. Waarom is bepaald gedrag slecht voor het milieu? Gebruik in uw nabespreking de term “grote ecologische voetafdruk” wanneer sprake is van veel milieuvervuiling, en “kleine ecologische voetafdruk” waar het milieu minder zwaar belast wordt. Tips om het milieu te ontzien worden verwoord als ‘het verkleinen van de ecologische voetafdruk’.

 

 

 

Wanneer de test gemaakt is en de uitkomsten besproken zijn, krijgen de teams de tijd om de opties met betrekking tot het onderzoek door te nemen. Ook dit kunt u op het digibord zetten, of u maakt tijd/ruimte vrij voor de leerlingen om zelf achter de computer te duiken.

 

Wanneer de opdrachten zijn verdeeld over de verschillende teams, kunnen de leerlingen verder zelfstandig aan de slag. Zorg voor voldoende gelegenheid om gebruik te maken van de computer, door leerlingen eventueel in een andere groep/ ander lokaal te laten werken. Met name in de eerste fase van het onderzoek hebben de leerlingen bronnen op internet nodig, daarna kunnen ze ook los van de computer aan de slag.

 

Opdracht 1:

 

De leerlingen onderzoeken hun eigen ecologische voetafdruk en krijgen inzicht in de wijze waarop hun gedrag het milieu belast.

 

Materialen: pen en papier

 

Opdracht 2:

 

De leerlingen kiezen een onderwerp om ander te onderzoeken. Ze kunnen beargumenteren waarom ze juist dit onderwerp kiezen (wat is de relevantie voor hen persoonlijk?)

 

Opdracht 3:

 

De leerlingen kunnen informatie van internet zoeken, lezen, bekijken en begrijpen.

 

Materialen: de informatie uit de webquest en de bronnen (internet)

 

Opdracht 4:

 

De leerlingen zijn in staat een kleinschalig onderzoek uit te voeren.

 

Materialen: (afhankelijk van het onderwerp): weegschaal, pen, potlood en papier, rekenmachine, vuilniszakken, fototoestel (eventueel), schoolgids, tekstverwerkingsprogramma (voor brief aan ouders) en kopieerapparaat

 

Opdracht 5:

 

De leerlingen kunnen hun onderzoek presenteren door middel van een poster.

 

Materialen: stevig A3-papier (kleur), teken en schrijfmateriaal, eventueel gemaakte foto’s, illustraties, lijm.

 

Veel plezier!