Opdracht 1:
Maak de test “Hoe groot is jouw voetafdruk?”.
Je hebt nodig: de vragenlijst (zie: bronnen), pen en papier.
Schrijf de punten op die achter jouw antwoord staan. Aan het eind tel je al je punten op, en weet je of je een grote of kleine ecologische voetafdruk hebt!
Opdracht 2:
Vergelijk jouw scores met die van je teamgenoten, en bespreek samen de volgende vragen:
- Bij welke vragen scoorden jullie veel punten?
- Bij welke vragen weinig?
- Hadden jullie bij dezelfde vragen veel punten?
- Hoe zou dit komen?
Kies samen een onderwerp waar je meer over wilt weten.
Je kunt kiezen uit:
- Met de auto naar school
- Op vakantie met het vliegtuig?
- Kaas op je brood
- Afval in de klas
- Afval scheiden op school
- Papier hier!
Wanneer je een onderwerp hebt uitgekozen, leg je het voor aan de leerkracht (het is namelijk het leukst wanneer elk team een ander onderwerp neemt).
Is je onderwerp goedgekeurd, dan ga je aan de slag.
Hieronder vind je tips om je onderzoek uit te voeren. In de bronnenlijst staat waar je informatie over jouw onderwerp kunt vinden.
Opdracht 3 en 4: je gaat op onderzoek uit op internet, en in de praktijk.
* Met de auto naar school
Waarom is autorijden slecht voor het milieu? Zoek dit eerst op.
Daarna zoek je uit wie er in de klas met de auto naar school gaat.
Reken uit hoeveel kilometer jullie - als klas - elke dag naar school heen en terug rijden. Je kunt hierbij gebruik maken van google maps.
Vul het huisadres van een klasgenoot in, en het adres van de school. Google berekent nu de kortste route voor de auto.
Doe dit voor iedereen die met de auto komt, en tel de resultaten bij elkaar op. Hoeveel kilometer rijden jullie in en schoolweek?
En in een schooljaar? (vraag je leerkracht of zoek op in de schoolgids hoeveel weken jullie les hebben.)
Zijn er leerlingen die samen kunnen reizen? Maak hiervoor een plan, en voer dat uit als het mogelijk is.
* Op vakantie
Vraag aan je klasgenoten waar zij het afgelopen jaar naartoe zijn geweest met vakantie. Hoeveel keer ging er iemand met de auto? En met het vliegtuig? Op een andere manier?
Maak een staafdiagram of cirkeldiagram van de verschillende vervoersmiddelen die jullie gebruikt hebben.
Zoek uit waarom reizen met het vliegtuig en de auto zo slecht zijn voor het milieu.
Ga op zoek naar tips om milieuvriendelijker op vakantie te gaan. Bespreek ze ook thuis eens, wie weet ziet jullie zomervakantie er dit jaar heel anders uit!
* Kaas op je brood, melk in je beker
Maak tijdens de lunchpauze eens een rondje door de klas. Wat eet en drinkt iedereen? Schrijf het op.
Heb je er wel eens bij stil gestaan wat er allemaal gebeurt voordat dit eten in je lunchtrommeltje terecht komt?
Laten we eens naar de zuivel kijken.
Hoeveel melk is er nodig om een kaas te maken? hoeveel eet een koe per dag, en hoeveel melk geeft een koe per dag?
Waarom is zuivel goed voor jou? Waarom is het minder goed voor het milieu? Zoek het op!
Hoe kun je van zuivel genieten en toch rekening houden met het milieu? Maak een lijstje met tips. Bespreek ze thuis en probeer ze ook uit te voeren.
* Afval verminderen in de klas
Dit onderwerp vind je niet terug in de vragenlijst, maar is wel iets waar jullie als klas iets aan kunnen doen.
Elke dag neem je iets mee als tussendoortje, en misschien ook wel voor de overblijf. Krijg jij pakjes drinken en voorverpakte
koeken mee naar school? Waarom is het belangrijk om minder afval te produceren? En hoe kun je hier aan werken? Zoek het op.
Daarna ga je onderzoeken hoeveel afval de klas produceert als je allemaal zoals gewoonlijk je eten en drinken meeneemt.
Schrijf een briefje voor de ouders. Vraag hen om mee te werken aan jullie onderzoek door op dag 1 (datum invullen) hetzelfde aan hun kind mee te geven als altijd. Op dag 2 (datum invullen) willen jullie zo min mogelijk pakjes en zakjes in de klas zien. Vraag de ouders dus om die dag voor broodtrommels en schoolbekers te zorgen.
- Dag 1: doe ’s ochtends een schone vuilniszak in de afvalbak. Gebruik de afvalbak zoals gewoonlijk. Aan het eind van de dag weeg je de zak met afval, en schrijft het gewicht op. Als er een fototoestel is op school, kun je er ook een foto van maken. mooi voor op de poster!
- Op dag 2 doe je ’s ochtends weer een lege vuilniszak in de bak. Aan het eind van de dag weeg je de zak weer, en maak je als het kan een foto van de afvalbak.
Je weet nu hoeveel kg afval jullie op een ‘gewone’ dag produceren, en hoeveel afval je op een milieubewuste dag produceren. Reken eens uit hoeveel dagen jullie naar school gaan in een schooljaar. Je juf of meester kan je hierbij helpen. Reken dan eens uit hoeveel afval jullie per jaar als klas produceren. Als iedereen uit de klas elke dag een brooddoos en een schoolbeker mee zou nemen, hoeveel kg afval heb je dan per schooljaar? Wat is het verschil?
Houd die afvalbak voortaan zo leeg mogelijk!
*Afvalscheiding op school
Al dat afval in de afvalbak...wat is het en wat gebeurt ermee?
Je onderzoekt welke verschillende soorten afval er zijn. Dit schrijf je op.
Waarom is het belangrijk om afval gescheiden in te leveren? Zoek het op.
Je interviewt je juf, de directeur of de conciërge over de manier waarop er op school met afval wordt omgegaan. Bedenk vooraf een paar vragen.
Hoe kan afval op jouw school nog beter gescheiden worden? Maak een lijst met tips en bespreek ze op school. Welke tips kunnen ook echt uitgevoerd worden?
* Papier hier!
Sta je er wel eens bij stil hoeveel papier er op school gebruikt wordt?
Als het goed is, staat er in jullie klas een papierbak. Maar waar gaat het papier heen wanneer de bak geleegd wordt?
Hoe wordt oud papier gerecycled (hergebruikt)?
Het maken van papier (ook uit oud papier) is niet zo goed voor het milieu. Zoek op waarom niet.
Ga in school op onderzoek uit: vraag je leraar (of iemand anders die er veel van weet) wat er op school gedaan wordt om zo min mogelijk papier te gebruiken. Loop eens een rondje door de school. Wat zie je hiervan in de praktijk?
Wat verbruiken jullie in de klas zoal? Dat ga je meten. Zet een lege papierbak neer, en kijk eens hoe lang het duurt voordat deze vol is (hang een briefje op voor de schoonmaker dat de bak tussendoor niet geleegd moet worden!). Hoeveel volle bakken papier produceren jullie in een schooljaar? Reken het uit! Vraag je leraar maar eens hoeveel weken jullie op school zitten.
Bedenk een plan om als klas minder papier te verbruiken. Overleg het plan met je leraar en voer het uit. Heb je goede ideeën om ook thuis minder papier te verbruiken?
Opdracht 5:
Wanneer je alle informatie verzameld hebt van internet, en wanneer je je onderzoek hebt uitgevoerd, dan maak je een poster op A3-papier.
Hierop zet je:
- wat jullie onderzocht hebben,
- de resultaten van je onderzoek,
- tips om de ecologische voetafdruk te verkleinen,
- en een pakkende slogan!
Natuurlijk zorg je ervoor dat je poster er mooi uit ziet, met tekeningen, illustraties en stukjes tekst.