Nederland is een democratie. Dat betekent dat burgers indirect mogen meepraten over het bestuur van het land. Dat indirect meepraten gaat door te stemmen bij verkiezingen. Door te stemmen kies je de vertegenwoordigers (van een politieke partij ) uit die jou het beste lijken.
Opdracht:
A) Waar zijn er allemaal verkiezingen voor? Zoek dit op.
Bronnen:
-http://verkiezingen.startpagina.nl/
- http://www.publiek-politiek.nl/Info-over-politiek/Verkiezingen
- http://www.politiekhoezo.nl/Dus-hoe-werkt-de-politiek/Waarom-en-wanneer-mag-ik-stemmen2/
Een paar maanden of weken voordat er verkiezingen zijn zie je overal in de media; op tv, radio, kranten, internet, twitter, hyves.... berichten van politieke partijen die hun standpunt vertellen. Ook wanneer er geen verkiezingen zijn is dit zo, maar dan wat minder. De politiek gebruikt de media om hun standpunt te vertellen
B) Zoek een voorbeeld op waarin de politiek de media gebruikt. Gebruik bijvoorbeeld een filmpje, tv-programma, krantenbericht, tweet, hyvesbericht, blog etc.
De media kan ook invloed hebben op de politiek; ze hebben dan een politiek informatieve functie. Een krant, zender of omroep kan bijvoorbeeld veel aandacht geven aan een bepaald onderwerp waardoor het op de politieke agenda komt.
C) Kijk het filmpje. Wat is jouw mening over het feit dat de media zoveel invloed zou hebben op de politiek? Schrijf je mening op een kaart. Vergelijk jouw kaart met die van medestudenten.
Extra voor de docent:
Aan de hand van de meningen kaarten kan er een discussie in de klas over “de invloed van de media op de politiek” gevoerd worden. Gebruik als voorbeelden de grote invloed van de media tijdens verkiezingen; ophef tussen politici over interviews; vragen van de kamer n.a.v. krantenberichten; politieke aandacht voor tv progamma's als de gouden kooi.
Bronnen:
http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/2516175/dossier-maatschappijleer/2516180/home/