Inductieve signaalgever

 

Een inductiegever bestaat uit een permanente magneet (5), een inductiespoel (4) en een impulsgever (3). De permanente magneet, de inductiespoel en de kern behoren tot de stator, de impulsgever vormt de rotor. De impulsgever (3) is van zacht magnetisch staal, en is voorzien van tandvormige uitsteeksels (rotortanden). Als de impulsgever (3) draait, verandert steeds de luchtspleet (1) tussen de statortanden en de rotortanden. Met de luchtspleet (1) verandert ook de magnetische flux. Door deze fluxverandering wordt in de inductiespoel (4) een wisselspanning geïnduceerd.

 

De Inductieve signaalgever bevindt zich in de verdeler en heeft 2 aansluitingen.

 

 

 

 Spanningsverloop in de inductiespoel 4