Verhaal 3: Theseus en de minotaurus

Griekenland, ruim 4.000 jaar geleden. Athene had oorlog gevoerd tegen Kreta en verloren. Sindsdien moest Athene elk jaar 7 jongens en 7 meisjes uitleveren aan Kreta. Op Kreta werden de jongeren opgesloten in een labyrint (een soort doolhof) waarin een Minotaurus woonde. Een Minotaurus is een afschuwelijk monster met het lichaam van een man en de kop van een stier. Je begrijpt dus wel wat er met de 7 jongens en 7 meisjes gebeurde…

Op een dag hoorde Theseus, de zoon van de koning van Athene, van deze regeling. Hij werd boos en besloot mee te reizen naar Kreta. Daar aangekomen zei hij tegen Minos, de koning van Kreta, dat hij gekomen was om de Minotaurus te doden. Koning Minos lachte gemeen en zei dat Theseus dan als eerste het labyrint in mocht.

De dappere Theseus werd wel een beetje nerveus, maar deed zijn best om dat niet te laten merken.

Toen hij de troonzaal verliet, werd hij op zijn schouder getikt door Ariadne, de dochter van koning Minos. Zij had alles gehoord en gezien en was stiekem een beetje verliefd geworden op deze dappere prins. Daarom besloot ze Theseus te helpen.

Ariadne gaf Theseus een zwaard en een bolletje wol. Als hij in het labyrint was opgesloten, moest hij het uiteinde van het bolletje wol vastmaken aan de deur. Zo zou hij na het doden van de Minotaurus de weg terug kunnen vinden.

Maar Theseus moest beloven dat hij Ariadne mee terug naar Athene zou nemen, want als haar vader erachter zou komen dat zijn eigen dochter de vijand had geholpen, zou het slecht met haar aflopen. Theseus beloofde het, want hij was ook verliefd geworden op de mooie en slimme Ariadne.

         

Die avond werd Theseus naar het labyrint gebracht. De deur werd achter hem dichtgedaan, zodat het heel donker werd. Theseus maakte een uiteinde van het bolletje wol vast aan de deur en begon langzaam het labyrint in te lopen, terwijl hij het bolletje afwikkelde. Op sommige plekken scheen een beetje maanlicht door het dak van het labyrint. Dan zag Theseus schedels en beenderen op de grond liggen.

Opeens hoorde Theseus zware voetstappen en een verschrikkelijk gebrul. Uit het donker sprong de Minotaurus op hem af, maar Theseus was sneller. Zo hard als hij kon gaf hij het monster een stomp in zijn maag. De Minotaurus viel achterover. Theseus pakte hem bij de hoorns en drukte hem met al zijn kracht tegen de grond. Met zijn andere hand greep hij naar het zwaard dat Ariadne hem had gegeven. De Minotaurus brulde van woede en liet zijn scherpe tanden zien.

Theseus stak het zwaard driemaal in het hart van het monster. De Minotaurus brulde nog eenmaal… en stierf.

          

Theseus liep langs het touw terug naar de deur van het labyrint. Daar stond Ariadne al op hem te wachten. Ze holde naar hem toe en omhelsde hem. Samen renden ze naar de haven waar het schip uit Athene nog voor anker lag. Aan boord waren ook de 7 jongens en 7 meisjes. Ariadne had hen eerder die avond bevrijd. En terwijl de zon opkwam, begon het schip aan de terugreis naar Athene.