HV4 | Stof toetsweek periode 1 |
Vocabulaire | 7 t/m 14 (van links naar rechts) Zorg er ook voor dat je weet of een woordje mannelijk of vrouwelijk is. (b.v. le livre, la fille) Tip: voer je woordjes in in WRTS en deel je lijsten met je klasgenoten!!! |
Werkwoorden | - être , avoir , faire, aller Ben je werkwoordenschema's kwijt dan kun je door hier te klikken een werkwoordenschema downloaden. Je kunt op de volgende site het schema controleren: http://www.leconjugueur.com/frindex.php N.B. (De tijden: futur, futur du passé, présent, imparfait, passé composé, impératif: alle tijden N/F + F/N) |
Grammatica | - werkwoorsdsvormen: ex. 4 - oefeningen bij avoir, être, faire, aller: 10, 11, 26 - de getallen: paragraaf 14 + ex. 12 - de maanden: ex. 23 |
Comment dire | ex 20, 21, 22, 24, 26 |
Taalhandelingen | 1.1,1.2, 1.3, 1.4, 1.6, 2.1, 2.3, 2.4, 3.3 (N/F) |
Taalstrategieën | 1.1(N/F) |
Gebruik van enige informatie verkregen middels deze pagina gebeurt voor
risico van de gebruiker. Wees dus zelf attent en meld eventuele fouten.