Planten kunnen dood gaan door te weinig water, maar teveel is ook niet goed. Boeren en tuinders zullen proberen de planten extra water te geven of af te voeren wanneer dat nodig is. We noemen dit waterbeheersing.
We onderscheiden:
1. Water afvoeren met sloten, greppels of drainage. Meestal is het zo dat het grondwater even hoog is als het slootwater. Dus slootwater verlagen betekent dan grondwater verlagen. In akkerbouwgebieden wil men vaak een lage grondwaterstand. In weidegebieden wil men juist een hogere grondwaterstand.
2. Water aanvoeren met een sloot, een bron of een bassin. Het watergeven kan gebeuren door het slootpeil te verhogen, of door te beregenen.

Maak opdracht 20 van het werkdocument.
Bekijk de film 'Het woelige water'.
TIPS OM DE BODEM MINDER VAAK WATER TE GEVEN...
Een goede bodem betekent dat je minder vaak hoeft te sproeien. Zie hieronder in de link de tips om minder water te geven.