Alvorens we in op het BPV bedrijf aan het werk kunnen met de praktisch invulling van de fokkerij moeten we eerst e.e.a. weten over erfelijkheid en selecteren van dieren.
Opdracht 1:
Geef aan waarom je het wel of niet eens bent met de volgende stellingen:
Fokken is gokken!
Je kunt beter vaarzen aankopen als je genetisch snel vooruit wil.
Ja kan beter van je beste koe een stierkalf krijgen en die gebruiken als stier voor je pinken om erfelijk snel vooruit te kunnen.
Als je alle koeien met een lactatiewaarde van 90- opruimt ga je erfelijk snel vooruit.
De fokkerij heeft veel meer resultaat op een bedrijf met een uniforme veestapel dan op een bedrijf met een grote spreiding in de veestapel.
Als ik niet aan exterieurkeuring doe heeft een fokbeleid weinig zin.
Opdracht 2:
Wat is erfelijkheidsgraad (h2)?
Wat is selectieverschil (S)?
Wat is generatieverschil (g)?
Wat betekend: R = h2 *S/g
Opdracht 3:
Een bedrijf met 800.000 kg melk en 110 melkkoeien op 60 ha grond wil een fokdoel opstellen.
Wat zou jouw advies zijn?
Wat zou je willen weten voordat je het fokdoel definitief zou willen vaststellen?
Opdracht 4:
Een bedrijf met 600.000 kg melk en 90 melkkoeien op 35 ha grond wil ook een fokdoel opstellen.